lustitiele verkenningen - wodc tekst_tcm28-232308.… · verdachten. in 1970 werden in allegheny...

38
lustitiele verkenningen documentatieblad van het flinisterie van justitie n- ummer 2,1975 pave van bet wetenschappelijk onderzoek- en documentatiecentrunt Am dc

Upload: others

Post on 26-Jul-2020

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

lustitiele verkenningen

documentatieblad van het

flinisterie van justitie

n-ummer 2,1975

pave van bet wetenschappelijk onderzoek- en documentatiecentrunt

Amdc

Page 2: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

lnhoud

D. A. Thomas. Ontwikkelingen in de straftoemeting in Engeland gedurende 1964-1973 / blz. 53

J. Cohen, K. Fields, M. Lettre e.a. Toepassing van het Jussim-model in het strafrechtssysteem / Hz. 55

S. RizkaHa. Misdaad en strafrechtspleging in het Midden-Oosten / blz. 59

0. Uhlitz. Mislukt de hervorming van het gevangeniswezen7 / blz. 62

It Boshier en D. Johnson. De invloed van het strafblad op de mogelijkheid een werkkring te vinden / biz. 67

Literatuuroverzicht Algemeen / blz 72 Strafrecht en strafrechtspleging / blz. 73 Criminologie / blz. 75 Gevangeniswezen / biz. 79 Reclassering / Hz. 82 Psychiatrische zorg / Hz. 83

Kinderbescherming / blz. 84 Politie / blz. 85 Drugs / biz. 86

Boekwerken / blz. 87

Opname in dit Documentatieblad betekent nit:, dat de inhoud van het artikel het standpunt van de Minister van Justitie weergeejt. Het Wetenschappellik onderzoek-en documentatiecentrum wil slechts uw aandacht vestigen op hetgeen in de vakliteratuur leeft.

Page 3: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

Ontwikkelingenïn de straftoemetingin Engelandgedurende7954 7973*

Gedurende de laatste tien jaar heeft menin Engeland en Wales enkele belangrijkewijzigingen op het terrein van hetstrafrecht kunnen waarnemen. DeCriminal Justice Act van 1967 voerde devoorwaardelijke veroordeling en devoorwaardelijke invrijheidstelling in. In1972 werd het mogelijk dat veroordeelden in plaats van gevangenisstraf teondergaan werk verrichten in de vrijemaatschappij.Deze wijzigingen in de strafrechtstoepassing zijn vanuit humanitair oogpuntzeker toe te juichen, maar tegelijkertijdgaan er inconsequentïes in schuil enheeft men niet de verschillendecomponenten van het strafrechtelijk enpenologisch systeem logisch geordend.Het instituut van voorwaardelijkeveroordeling bijvoorbeeld scheptverwarring naast de ‘probation’, terwijlook de rol van de Parole Board

* Oorspronkelijke titel: Developrnents insentencing 1964-1973.The criminal law review, december 1974,blz. 685-692 (G.B.).Voor een korte samenvatting van dit artikel zieexcerpt nr. 79.

door D. A. Thomas

onduidelijk is. Dit doet de problemenvan het strafrechtelijk apparaat toenemen.Deze moeilijkheden zullen in detoekomst nog verergeren. De justitie zalnog meer overbelast worden door eenstijgende criminaliteit. Politiekgemotiveerd terrorisme en militantstudentenactivisme zullen onevenredigveel aandacht eisen van politie enrechters. De samenleving zal verdeeldraken over de normen en waarden die destrafrechter moet handhaven.Met het oog op deze ontwikkelingenmoet men het straftoemetingsbeleid vande toekomst aan een kritischebeschouwing onderwerpen. Het laat zichaanzien dat dit beleid zal worden gekenmerkt door een steeds verdergaandebehandeling van delinquenten in de vrijemaatschappij, een verruiming van decategorie alternatieve straffen entoekennen van beslissingsbevoegdhedenaan de uitvoerende macht. Behandelingvan misdadigers in vrijheid is waarschijnlijk een reactie op de mislukkingen vanhet gevangeniswezen. Men wijst daarbijop de negatieve neveneffecten van dêdetentie, zoals het onvermogen van de

53

Page 4: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

gedetineerde om zijn gezin te onderhouden. Men dient echter wel tebedenken dat, hoewel men de nadeligegevolgen van de opsluiting vermijdt doorde misdadiger buiten de gevangenis tehouden, het nog lang niet zeker is datextra-murale maatregelen de kans oprecidive meer doen afnemen dan verblijfin een strafinrichting. Het kan heel welzijn dat de sticcessen die men tot nu toeheeft weten te behalen met behandelingvan delinquenten in de Vrije maatschappijte danken zijn aan de geaardheid van de

Het is nog lang niet zeker datextra-murale maatregelen dekans op recidive meer doenafnemen dan verblijf in eenstrafinnchting

betrokkenen en niet aan de maatregelenzelf Indien deze maatregelen in detoekomst geen effect blijken te sorterenzal de strafrechtspleging nog verderachterop zijn geraakt.Misschien kan men meer vertrouwenstellen in de alternatieve straf, enverruiming van de toepassingsmogelijkheden hiervan is zeker een stap in degoede richting. Dit gaat echter gepaardmet een dermate onoverzichtelijkejuridische terminologie dat zowel rechterals gevonniste in verwarring raken. Wat ishet verschil tussen ‘probation’, voorwaardelijke veroordeling, voorwaardelijkeinvrijheidstelling nadat verdachtes schuldten processe is vastgesteld, en eenopgeschort vonnis? Het gaat allemaal omhetzelfde principe, waarbij de rechter deveroordeelde in vrijheid laat, maar hemtoch zonodig kan controleren. Het wordttijd dat hierin vereenvoudiging wordtaangebracht.

Het toekennen van rechterlijke bevoegd-lieden aan organen van de uitvoerendemacht is bepaald ongewenst. Het kangeen kwaad de argumenten hiertegennog eens op te sommen:in een rechtsstaat dient de burger indieneen beslissing wordt genomen over zijnvrijheid een eerlijke berechting te krijgen.Zijn proces dient in het openbaar plaatste vinden, liet bewijsmateriaal dat tegenhem wordt gebruikt moet deugdelijk zijnen hij moet het recht krijgen zelfgetuigen op te roepen en te ondervragen.Dit alles is geen motie van wantrouwenjegens de ttitvoerende macht. De rechteris nu eenmaal nog steeds de bestepersoon om een oordeel te vellen, beterdan leden van de uitvoerende macht.Dezen immers zullen nooit zelfinformatie inwinnen over de persoon vande dader, maar afgaan op de getuigenissenvan anderen. De rechter daarentegen weetde belangen van gemeenschap en daderevenwichtig tegen elkaar af te wegen, hetbewijsmateriaal aan een kritischonderzoek te onderwerpen en elkaartegengestelde zienswijzen te evalueren.Zijn scholing en opleiding staat hiervoorborg en dit kan men niet zeggen vanmensen die deel uitmaken van deuitvoerende macht.

54

Page 5: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

De toepassïngvan hetJUSSIM-modelin bet

door Jacquetine Cohen,Kenneth Fields, Micizel Lettre e.a.

strafrechtssysteem*

Het ‘JUSSIM-model’ is een computerprogramma waarmee processen binnenhet strafrechtssysteem beschrevenkunnen worden. Het model is een nuttigmiddel bij planning. In dit artikelworden de ervaringen weergegeven, diemen heeft opgedaan bij het verzamelenvan de relevante gegevens, de met hetprogramma uitgevoerde analyses, en hetnut ervan voor degenen, die beslissingeninzake planning moeten nemen.Sinds een wet van 1968 zijn er inAmerika planbureaus opgericht, die totdoel hebben problemen binnen hetstrafrech tssysteem te herkennen,toekomstige behoeften vast te stellen ennoodzakelijke verbeteringen aan te geven.Deze mammoettaak vereist, dat zij allerelevante gegevens van alle geledingenvan het systeem verzamelen en integreren.Het JUSSIM-model is hierbij eenhulpmiddel om de problemen tot hand-

* Oorspronkelijke titel: Implementation of theJUSSIM model in a criminal justice planningagency.Journal of research in crime and delinquency,10e jrg., nr. 2, juli 1973, blz. 117-131 (U.S.A.).

zame proporties terug te brengen. Aande hand van de rechtsgang van eenindividu kunnen de diverse stadia in hetsysteem en in de geledingen van datsysteem worden onderscheiden. Zokunnen instellingen beschreven wordendie zich bezighouden met aspecten vanarrestatie, van berechting of vanreclassering. Dit hele proces is uitermategeschikt voor de computer. Het JUSSIMcomputerprogramma bevat drie basis-elementen: de verschillende processtadia,de lijnen die deze stadia met elkaarverbinden, en de middelen die in elkstadium worden gebruikt. Elk stadiumin het proces wordt gekarakteriseerddoor input en ouput lijnen. De middelendie in een stadium worden gebruikt,worden gespecificeerd aan de hand vande bijbehorende ‘workload’ (bijvoorbeeldhet aantal manuren van de politie), degemaakte kosten, de bezettingsgraad(bijvoorbeeld per jaar zijn er 230reclasseringsambtenaren beschikbaar) ende capaciteit (bijvoorbeeld er zijn -

maximaal 100 cellen voor gedetineerdenper jaar beschikbaar).Met behulp van dit soort gegevens kan

55

Page 6: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

bijvoorbeeld het aantal arrestaties terzake tijde van de rechtszaak de positie van dediefstal en de bijbehorende kosten voorde politie berekend worden; men kanberekenen hoeveel dagen nodig zijn voorde rechtbank en de daaraan verbondenkosten; of men kan het aantal benodigdereclasseringsambtenaren uitrekenen. HetJUSSIM-model is ontworpen teneinde deplanbureaus in staat te stellen hetkwantitatieve effect van veranderingenin het strafrechtssysteem zo nauwkeurigmogelijk te schatten. Zo kunnen van elkeverandering de gevolgen voor het systeemen zijn onderdelen worden vastgesteld.Het praktische nut van het model kangedemonstreerd worden door te bezienhoe het werkt in Allegheny County inPennsylvania. Met behulp van de basis-gegevens kan het JUSSIM-model gebruiktworden om een kwantitatieve beschrijvingvan het strafrechtssysteem te geven. Hetomvat de verdeling van de kosten van hetsysteem en de sub-systemen, alsmede devereiste middelen. Dit verschaft eenempirische basis voor een onderzoek naarde werking van de verschillendeonderdelen van het strafrechtssysteem.Een beschrjvende analyse is vaak de basisvoor nieuwe inzichten in het functionerenvan dat systeem. Het resultaat is vaak, datveranderingen worden aangegeventeneinde het systeem beter te latenfunctioneren. Deze veranderingen kunnenmet het JUSSIM-model getoetst worden.Als voorbeeld kiezen we het probleemvan het op borgtocht vrijlaten vanverdachten. In 1970 werden in AlleghenyCounty ongeveer 3800 personen vooreen bepaalde tijd in hechtenis genomenen 9000 werden op borgtocht vrijgelaten.figuur 1 laat zien hoe de rechtsgang isvan de verdachten. Bij elke fase in hetproces zijn er drie posities van deverdachte te onderscheiden: 1. invrijheidstelling tegen betaling van een borgsom;2. invrijheidstelling op erewoord; 3. inhechtenis nemen.Uit deze figuur blijkt onder meer, dat ten

verdachten is veranderd voor 21,7 procent,65,3 procent en 13 procent metbetrekking tot respectievelijk het operetvoord vrijlaten, op borgsom vrijlatenen in hechtenis nemen.Dit betekent dat van de 3837 personendie na de aanklacht in hechtenis wordengenomen 2759 (71,9 procent) laterworden vrijgelaten doordat de aanklachtwordt ingetrokken of door een of anderevorm van borgstelling.Als de huidige procedures inzake hetverkrijgen van informatie over deverdachte verbeterd zouden worden,zouden veel van deze 2759 verdachtenveel eerder vrijgelaten kunnen worden.Dan zou de populatie van gedetineerdenafnemen en dus de kosten. De potentiëlebesparingen kunnen geschat worden metbehulp van de gegevens in het JUSSIMmodel. Zouden bijvoorbeeld alleverdachten die in preventieve hechteniszitten, na de aanklacht op borgtochtworden vrijgelaten, dan zou de jaarlijksepopulatie van gedetineerden met80 procent verminderen, wat 475.000dollar bespaart. Met dezelfde gegevenskan ook de jaarlijkse uitgave van deverdachte aan de betaling van borg-sommen worden berekend. Momenteelworden van de 9619 verdachten 6920vrijgelaten, wat gemiddeld neerkomt op705.840 dollar aan borgsom. Deze kostenkunnen verminderd worden doorveranderingen in de procedure. Doorbijvoorbeeld in een vroeg stadiuminformatie in te winnen over de verdachte,kan het aantal, dat op erewoord wordtvrijgelaten, worden vergroot. Daarenboven kan de rechtbank een systeemuitwerken waarbij de verdachte achtprocent borgpremie betaalt. Als hijontslagen wordt van rechtsvervolgingkrijgt hij het bedrag terugbetaald, wordthij veroordeeld dan wordt dit bedrag bijde betaling van de proceskosten gelegd.De gecombineerde besparingen in borg-

56

Page 7: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

Figuur 1. Geschatte aantal verdachten in 1970

5.548 verdachten

._Ï__1___Borgsom Erewoord Hechtenis9095 2616 3837

•1 1Borgsom Erewoord Hechtenis4879 890 2507

.1 1 1Borgsom Erewoord Hechtenis

Borgsom Erewoord Jitenis5403 1795 1078

Borgsom Erewoord Hechtenis2699 899 787

sommen en detentiekosten doorveranderingen in de procedure bedragenjaarlijks bijna 1 .050.000 dollar.Het JUSSIM-model kan nu ook gebruiktworden om alternatieve procedures inzakede borgstelling te toetsen. In dit geval zijndrie alternatieven getoetst: een procedureom arme verdachten op erewoord vrij telaten; een depositosysteem dat beheerd

wordt door de rechtbank en gericht is opverdachten die in aanmerking komen vooreen borgsom; een combinatie van beideprocedures. Het tweede alternatief leverthet grootste verschil op tussen besparingenen kosten, hoewel die geheel in de privé-sfeer ligt. Het gecombineerde programmalevert de hoogste netto totale besparingenop (850.500 dollar vergeleken met354.500 en 537.000 dollar).

Aanklacht

Vooronderzoek

Beslissing door rechtbank

8276

In afwachting van rechtszaak

Veroordeeld door rechtbank

57

Page 8: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

Conclusies

Het JUSSIM-model is een geschiktcomputerprogramma, dat gebruikt kanworden bij planning in het strafrechtssysteem. Het omvat de basisrelaties tussende verschillende onderdelen van hetsysteem waardoor het kan voorzien in eenuitgebreide kwantitatieve beschrijving vanhet strafrechtssysteem. Daarnaast stelthet de planners in staat verschillendevoorstellen tot verandering op hunmerites te beoordelen. Effecten vanveranderingen op onderdelen van hetsysteem en op het systeem als geheelkunnen voorzien en vastgesteld worden.De toepassing van het JUSSIM-modelwordt beperkt door het politiekekarakter van de plaatselijke planbureaus.Veel leden nemen hun beslissingenvoornamelijk op grond van politiekeoverwegingen en slechts een klein deel isgeïnteresseerd in het soort analyses dathet JUSSIM-model verschaft. Detoepassing ervan is dan alleen mogelijkals er op het planbureau een staf zit diede gewenste analyses kan uitvoeren endie in staat is de kwantitatieve resultatenzodanig te vertalen dat deze de leden vanhet planbureau aanspreken.

De toepassing van het JUSSIMmodel wordt beperkt door hetpolitieke karakter van deplaatselijke p1anbureauswaarvan veel leden hunbeslissingen voornamelijkop grond van politiekeoverwegingen nemen

58

Page 9: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

Mïsdaad enstrafrechtsplegingin hetMÏddenOosten*

Hieronder volgt een overzicht van debesprekingen van de Werkgroep Misdaaden Strafrechtspleging in het Midden-Oosten, welke van 16 tot 18 mei 1973 teSanta Margherita di Ligure (Italië)bijeenkwam onder auspiciën van hetVijfde Internationale Symposium voorVergelijkende Criminologie.Achtereenvolgens komen aan de orde:misdaad, wetgeving en justitiële organenin het Midden-Oosten.

Misdaad

Versch ijningsvormen

Hoewel het totale aantal misdrijven in delanden van het Midden-Oosten nietschijnt te stijgen, treft men wèl een hoogpercentage geweldsdelicten aan. Zovormt bijvoorbeeld in de periode1965—1971 volgens de criminele

* Oorspronkelijke titel: Crirne and criminatjuStice in the developing countries.Acta criminologica, 7e jrg., januari 1974, blz.169-191.Voor een korte samenvatting van dit artikel zieexcerpt nr. 77.

door Samir RizkatÏa

statistieken van Egypte moord metvoorbedachte rade bijna één derde vanhet totale aantal ernstige misdrijven indat land. Het valt daarbij op dat hetbegaan van delicten tegen lijf en levenvoornamelijk een verschijnsel is, dat menaantreft op het platteland. De statistiekenwijzen uit dat van de 3270 moorden diein het tijdvak 1965—1971 in Turkije terkennis van de politie kwamen 2432 werdengepleegd op het platteland en 83$ in desteden. Dit kan men verklaren tegen deachtergrond van de plaatselijke oriëntaalsegewoonten in de dorpen, waar de bloed-wraak nog in ere wordt gehouden endientengevolge door de dood van éénhunner jarenlange vetes tussen famiiesonderling blijven bestaan.De vermogensmisdrjven leveren enbeeldop dat van land tot land verschilt. Eveneens is dit het geval met druggebruik datbijvoorbeeld in Egypte ernstige vormenheeft aangenomen. In dit land treft menook een wijdverbreide corruptie aan.

Criminele statistiek

Hoewel veel wetenschappelijk werk wordt

Page 10: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

verricht door de criminologische institutenvan de landen in het Nabije Oosten, zijnde criminele statistieken niet erg betrouwbaar, vooral ook door het grote aantalmisdrijven dat niet wordt aangegeven doorde bevolking. Men geeft daarom devoorkeur aan moderne methoden vanonderzoek zoals het samenstellen vanrepresentatieve steekproeven.

Maatschappelijke verdraagzaamheidfegens het begaan van delicten

Veel misdrijven worden niet aangegevenbij de politie. Dit kan zijn omdat men dejustitie wantrouwt. Veel mensen die eenaanklacht indienen worden bovendienonheus bejegend door de politie alsof zijzelf verdachte zijn. Ook bestaat er bij debevolking een sterke neiging om zoals inhet geval van de vendetta het recht ineigen hand te nemen.Vaak ziet men ook dat bepaalde delictendie de wet stfrafbaar stelt en met strengestraffen bedreigt, door de bevolkinghelemaal niet als strafwaardig wordentcschouwd. Zo wordt cannabisgebmikmaatschappelijk aanvaard. Dit iseveneens het geval met corruptie onderambtenaren van wie naar algemeenbekend is de salarissen laag liggen.Bij de politie die te kampen heeft metpersoneelstekort en zich daarom moetconcentreren op de ernstigste misdrijvenziet men een tolerantie jegens de minderernstige criminaliteit.

Wetgeving

Historisch overzicht

De wetgeving van de Koran gaf nietalleen regels van religieuze, maar ook vanjuridische aard. Op het terrein van hetstrafrecht werden twee soorten delictenonderscheiden. Dit waren ‘Hodoud’ en

‘Taazirate’. De eerste categorie bestonduit misdrijven, waarvoor de Koran destraf specifiek had voorgeschreven,terwijl bij de tweede de rechter bij hetbepalen van de sanctie Vrij was. Hetalgemene principe echter waarop hetIslamitisch strafrecht was gebaseerd wasde regel: ‘oog om oog, tand om tand’.Dit wil zeggen dat de straf nooitzwaarder mocht zijn dan de door dedader toegebrachte schade.De Mohammedaanse wetgeving werd in1858 in het Ottomaanse Rijk afgeschaften vervangen door het Franse Wetboekvan Strafrecht van 1810. In 1926verdween dit weer uit de Turksecodificatie.Irak kreeg zijn eigen recht in 1930,Palestina in 1936, Egypte in 1937,Libanon in 1943, Syrië in 1949 enJordanië in 1951. Op liet ogenblik kanmen in de Arabische wereld drie soortenrechtssystemen onderscheiden. 1. HetMohammedaanse recht dat nog steeds vankracht is in Saoedi-Arabië en in Jemen.2. Het Europese recht waarop de wetgevingen van Egypte, Libanon en Syriëzijn gebaseerd. in deze landen heeft menalthans in strafrechtelijk opzicht vollediggebroken met de traditie van de Koran.3. Het Angelsaksische recht dat menterugvindt in de wetboeken van Irak ende Soedan.Sommige rechtssystemen ondergaan nueen fundamentele verandering. Er zijnlanden zoals Libië die terug willen kerennaar de oude Mohammedaanse wetten.Anderen, zoals de Soedan, wensen eenEuropees-continentaal recht. In hetalgemeen kan men zeggen dat in deonderscheiden landen van het Nabije-Oosten een zoeken naar eigen identiteitop het gebied van de strafwetgevingwaarneembaar is. Sommigen menen zelfsdat hierbij, ondanks de voortschrijdendesecularisatie, een tendens valt tebespeuren naar de oeroiide Moslemtradities van vergelding en verzoening.

60

Page 11: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

De verhouding tussen recht ensociale normen

Gezien de grote discrepantie die dewerkgroep vaak constateerde tussen derechtsorde afkomstig van officiëleinstanties en de maatschappelijke normenvan de Arabische bevolking, meende zijdat de wetgever geen wetten moetinvoeren die toch niet worden nageleefd.Men ontwierp de volgende criteria voorhet strafrechtelijk tussenbeide komen inhet maatschappelijk leven. 1. Is de daadwerkelijk ongewenst? 2. Welke maatregelen zijn mogelijk? Heeft de overheidhet recht in te grijpen? 3. Zo ja, is ditingrijpen dan van juridische of vanniet-juridische aard? Deze beslissing moetworden gebaseerd op een tegen elkaarafwegen van voor- en nadelen, zowelvanuit financieel als ethisch oogpunt.4. Is het strafrechtelijk apparaat voldoendeuitgerust om zijn taak te vervullen op hetterrein dat gecriminaliseerd zou moetenworden.

De wet en jeugdcriminaliteit

In het Midden-Oosten bestaat sinds 1937steeds meer de neiging maatregelen terresocialisering van jeugdige misdadigersaan te passen aan de persoon van de dader.Zo heeft Jordanië in 1951 specialekinderstrafwetten ingevoerd, Syrië in1958 en Irak in 1962. In vele landenbestaan naast kinderrechters specialeinrichtingen voor strafrechtelijk minderjarigen. Men kampt echter met een gebrekaan geschoold personeel. Ook aan depreventie van jeugdcriminaliteit wordtveel gedaan door kinderen een tehuis tegeven. Sinds 1959 kent Libanon eenwettelijke regeling van de adoptie,Tunesië sinds 195$ en Irak sinds 1962.In Libanon kan een minderjarige pasvanaf zijn vijftiende jaar voor de strafrechter wordengedaagd. In Turkije enIsraël bedraagt deze leeftijdsgrens

respectievelijk elf en negen jaar.

De justitiële organen

De politie is de eerste instantie die met demisdaad te maken krijgt. Daarbij bevindt zizich vaak in een delicate positie. Enerzijdsmoet zij niet al te repressief optreden,wil zij bij de bevolking niet de indrukwekken persoonlijke vrijheden tebeknotten. Anderzijds moet zij effectiefen slagvaardig de strijd aanbinden metde criminaliteit. Veel politieambtenarenzullen door de lage salariëring slechtgemotiveerd zijn voor deze moeilijketaak. Daar komt nog bij dat de politiedoor haar manier van optreden vaak desteun van het publiek mist. Het is daarombelangrijk dat grote aandacht wordtbesteed aan selectie en opleiding vanpolitieambtenaren in het Midden-Oosten.

Rechterlijke macht

De werkgroep sprak zijn bezorgdheid uitover de opleiding van strafrechters in hetNabije-Oosten. De meeste rechters wordengerecruteerd uit de leden van hetOpenbaar Ministerie en dç advocatuur,zonder dat zij enige gedragswetenschappeljke scholing of een op het rechtersambtgerichte opleiding hebben genoten. Eengunstige uitzondering vormt Libanonwaar een driejarige cursus voor aanstaanderechters bestaat.

Strafrechtstoepassing

De gevangenissen zijn slecht en hetpersoneel is weinig geschoold. Ook vooralternatieven zoals een voorwaardelijkeinvrijheidstelling onder toezicht van dereclassering bestaat een tekort aan beroepskrachten. Turkije echter kent naast hetsysteem van gesloten gevangenissen openen half open strafinrichtingen. Ookweekend-straffen zijn in dit land mogelijk.

61

Page 12: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

Mislukt dehervorming van betgevangenÏswezen?*

De vrijheidsstraf die in de 18e eeuw deplaats van de toen gebruikelijke dood- enlljfstraffen innam, heeft als middel om demisdaad te bestrijden gefaald. Ze heeft,zoals uit de recidivecijfers blijkt, nocheen afschrikkende noch eenresocialiserende werking. De grote strafrechtsgeleerde Frans von Liszt heeftreeds omstreeks de eeuwwisseling degevangenisstraf als een criminogenefactor bestempeld. Sedertdien heeft menpogingen in het werk gesteld deze vormvan straf ten uitvoer leggen langzaam omte buigen tot een sociaal-pedagogischbezig zijn met de tot gevangenisstrafveroordeelde mens.In de herfst van 1967 heeft de toenmaligeMinister van Justitie Heinemann eencommissie van deskundigen opdrachtgegeven uitgangspunten en aanbevelingente formuleren voor een wet betreffendede executie van straffen, Op basis van de

* Oorspronkelijke titel: Schejtert die Strafvoflzugsreform?Frankfurter Allgerneine Zeitung, 19 december1974.Voor een korte samenvatting van dit artikelzie excerpt nr. 109.

door Otto Uhlitz

voorstellen van deze commissie zijn reedsin een aantal ‘Under’ hervormingendoorgevoerd. In januari 1971 heeft decommissie een ontwerp van wetgepresenteerd. Op basis hiervan werd eenregeringsontwerp opgesteld dat door deBondsdag behandeld moet worden. Inseptember 1973 heeft een werkgroep vanDuitse en Zwitserse strafrechtsdeskundigen een alternatief ontwerp opgestelden daarmee de discussie nieuw leveningeblazen. Ook andere groepen enverenigingen zijn met hervormingsvoorstellen gekomen. Al deze voorstellenhebben gemeen dat ze de resocialisatievan de veroordeelde voorop stellen.

Resocialisering

Deze hervormingsgolf werd mede opgang gebracht door een aantal gevallenvan mishandeling van gevangenen doorbewaarders, in de jaren 1964 en 1966.In Mannheim is onlangs nog iets dergelijksgebeurd en het is niet denkbeeldig datzich nog meer van deze gevallen zullenvoordoen. Diende enige jaren geleden nog

62

Page 13: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

de vraag gesteld te worden ‘wat is er mismet het gevangeniswezen’, thans moetmen zich afvragen ‘wat is er mis met dehervorming van het gevangeniswezen’.Iedereen praat over resocialisering enmoderne strafexecutie maar iedereenverstaat er weer iets anders onder. Voorsommigen is hervorming van hetgevangeniswezen een probleem van derechtsstaat. Zij geloven dat men er iswanneer de bevoegdheden van degevangenisdirectie niet meer in eengevangenisreglement zijn geregeld maar ineen wet. Alsof het feit dat tachtig procentvan de gevangenen die recïdiveren terug tevoeren is op de omstandigheid dat destrafexecutie niet in een formele wetgeregeld is.Velen verstaan onder resocialiseringmaatregelen die bewerkstelligen dat deveroordeelde na zijn gevangenisstraf weerin het arbeidsproces wordt opgenomen.Het is echter niet zo dat een crimineeldie nooit geleerd heeft zelfstandig endoelbewust arbeid te verrichtengeresocialiseerd wordt door hem eenarbeidsplaats te verschaffen. Hiervoor isarbeidstherapie in de gevangenis zelfnoodzakelijk. Helaas worden in de meestegevangenissen de mensen uitsluitend‘bezig gehouden’.Voor anderen bestaat het wezen van dehervormingen in verzachting van hetregiem en de aanpassing van het leven inde gevangenis aan de levensomstandiglieden buiten de gevangenismuren, zoalstrouwens ook het ontwerp doet.

Uitgaanspermissie en-vakantie

In vele opzichten was de liberalisatie vanhet gevangeniswezen noodzakelijk. Doorliberalisering wordt het mogelijk hetsociaal.pedagogïsche milieu te scheppen,zonder hetwelk een op behandelinggeoriënteerde werkwijze niet doorgevoerdkan worden. Met dit werk moet men dan

nu ook beginnen. Je kan iemand nietvan zijn criminele loopbaan afbrengendoor hem veertien dagen vakantie tegeven, welke hij vervolgens doorbrengt inhet milieu waar hij crimineel is geworden.Maatregelen van deze aard zijn zelfsgevaarlijk omdat ze voor een deel doorde gevangenen verkeerd begrepen wordenen soms als zwakheid van de leidinggeïnterpreteerd worden, waardoor ze

Je kan iemand niet van zijncriminele loopbaan aJbrengendoor hem veertien dagenvakantie te geven, welke hijvervolgens doorbrengt in hetmilieu waar hij crimineel isgeworden

aanleiding kunnen zijn tot het stellen vannieuwe eisen, wier vervulling van degevangenis een soort hotel maakt.Hiermee is noch de gedetineerde nochde maatschappij gediend.De ingevoerde liberaliseringsmaatregelenhebben ongetwijfeld wel enig effect. Vooreen deel hebben ze disciplinerendewerking. Een gedetineerde aan wiebepaalde gunsten zoals verlof wordttoegestaan, is gedwongen zich enigszinsbehoorlijk te gedragen wil hij nogmaalshiervoor in aanmerking komen. Hierwordt eigenlijk het oude begunstigingssysteem dat tot zoveel huichelarj enjaloezie aanleiding gaf op een ander vlakvoortgezet.In bijna alle gevangenissen bestonden enbestaan nu nog subculturele machts

63

Page 14: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

systemen met ‘leiders’ en ‘volgelingen’,‘uitbuiters’ en ‘uitgebuitenen’ (maatschappelijk en sexueel) en strenge‘spelregels’. Het gezag van de subcultuuris vaak krachtiger dan dat van de officiëlegevangenisfunctionarissen. De rust enorde in de gevangenis hangt ook nu nogin hoge mate af van de goede wil van de‘machthebbers’ in de gevangenis-subcultuur. De grotere mogelijkhedentot contact met de buitenwereld hebbenveel gevangenisbewoners in staat gesteldzich, althans voor een deel, te bevrijdenvan de afhankelijkheidsrelatie en deantisociale invloed van de subcultuur. Datis een zeer positief resultaat. Daar staattegenover dat de liberaliserende maatregelen in hoge mate de orde verstoren.Dit is mede de oorzaak van de gevoelensvan onzekerheid bij het gevangenis-personeel.Dat liberalisering alleen niet totresocialisatie leidt wordt steeds meeringezien. Overal in de Bondsrepubliekbreekt men zich het hoofd over de vraagmet welke andere maatregelen men hetbeoogde doel kan bereiken. Uitgaandevan de stelling dat een leefwijze waarbijmen zich van zijn verantwoordelijkhedenbewust is, slechts aangeleerd kan wordenin een sociale gemeenschap, kwam menin 1969 in Berlijn met het voorstel om‘woongroepen’ te vormen, onder tebrengen in daarvoor geschikt gemaakteruimten. Hier zouden de gevangenenonder begeleiding van personeel datsociaal-pedagogisch geschoold is hetsamenleven in een gemeenschap moetenleren. Dit voorstel is intussen inwerkmodellen voor de sociale therapie,de sociale training en het onderwijsuitgewerkt. Deze bevatten de volgendegrondelementen: het centrale proefveldzijn de genoemde woongroepen waarin dete behandelen personen samen met hunbehandelaars een sociale eenheid vormen.Alle bewoners zijn verplicht aan hetarbeidsproces of aan schoolonderricht

deel te nemen. Door middel vanindividuele gesprekken, individueletherapie en groepstherapie wordtgeprobeerd samen met de gedetineerdede oorzaken op te sporen van zijndérailement in de maatschappij.Opgeleide krachten van binnen en buitende gevangenis geven in cursusvorm lessenin maatschappijleer en sociaal aanpassingsvermogen.

Gebrek aan opgeleide krachten

Daarnaast moet de mogelijkheid totzinvolle vrijetijdsbesteding wordengeboden. De gevangenen moeten hunvertegenwoordigers kunnen kiezen,hetgeen beschouwd kan worden alstrainingsveld voor de democratie en voorhet oplossen van gezagsproblemen. Invergaderingen waar de gevangenen, deverzorgers en de behandelaars aandeelnemen worden de problemen van hetleven van alledag besproken. Zodoendeworden de tussen de gevangenen en hetpersoneel bestaande barrières vanwantrouwen opgeruimd en wordeninterveniërende maatregelen overbodiggemaakt. Daarnaast denkt men aanconflict-commissies die zich bezighouden met zeer ernstige schendingenvan de belangrijkste regels van hetgemeenschapsleven. Deze commissies zijnsamengesteld uit vertegenwoordigers vande behandelende deskundigen, de groepsleiders en de gevangenen.De arbeid in de inrichting wordt onderdezelfde arbeidsvoorwaarden verricht alsbuiten de gevangenis. De gedurende dearbeidstraining opgedane ervaringenworden in individuele of groepstherapeutische gesprekken doorgesproken.Het invoeren van het hierboven geschetstewerkmodel is niet haalbaar in de thansbestaande bouwkundige, organisatorischeen personele situatie. Woongroepen zijnniet denkbaar in onze uit de achttiende

64

Page 15: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

eeuw daterende gevangenissen. Nieuwbouwzou een oplossing kunnen bieden. Zolangdat nog niet verwerkeljkt is zou men inde oude gevangenissen kunnen beginnenmet decentralisatie, dat wil zeggen datmen de bevoegdheden om beslissingen tenemen naar onderen verlegt en zorgt datbinnen kleine kring gesprekspartners encontactpersonen aanwezig zijn. In ditverband is het belangrijk de bewaarderssteeds op dezelfde plaats te laten werkenzodat zij de gevangenen beter leren kennen.Zelfs wanneer men naast de enormebedragen die er voor nieuwbouw nodigzijn, nog financiële middelen zou hebbenom de benodigde deskundigen aan tetrekken, zou het vrijwel onmogelijk zijngenoeg mensen te vinden die voldoen aande zware eisen die het gevangeniswezenstelt. Onze tijd is misschien nog niet rijpvoor dergelijke ingrijpende hervormingenvan het gevangeniswezen. Alles wat thansop dit gebied op kleine schaal met succesgebeurt is te danken aan het engagementvan een enkeling.

Hoe het zou moeten zijn

In het alternatieve ontwerp van 1973hebben de Duitse en Zwitserse strafrechtsdeskundigen zich niet beperkt tot eenregeling van de rechtspositie van degedetineerden maar zij hebben ook eenpoging gedaan om, door het formulerenvan bouwkundige, organisatorische enpersonele voorwaarden, greep te krijgenop de behandelingsproblematiek. Volgenshet ontwerp mogen de gevangenissenruimte bieden aan maximaal tweehonderdpersonen. Ze zouden ruimtelijk verdeeldmoeten worden in afdelingen van nietmeer dan vijftig personen. De afdelingenwil men weer onderverdelen in woongroepen van niet meer dan vijftien personen.Op elke afdeling zouden een psycholoog,een pedagoog en drie maatschappelijkwerkers moeten werken. De psycholoog

en de pedagoog zouden diagnostischgeschoold moeten zijn en groepsdynamische, klinische en pedagogischeervaring moeten hebben. Bij elke woongroep zouden vier groepsleiders moetenhoren. Zij moeten een aanvullendeopleiding krijgen die hen in staat stelt desociale samenhang binnen de groep teonderkennen, om eerste sociaal-psychologische hulp te verlenen endeskundigen in te schakelen wanneer datnodig is. Alle personeelsgroepen zoudensamen met de gedetineerden een‘therapeutische gemeenschap’ moetenvormen. Hoewel de opstellers van hetalternatieve ontwerp zelf wel inzien dathun ideeën op dit moment nog utopischzijn, zijn ze toch van mening dat dehervorming van het gevangeniswezen vastzal lopen wanneer deze ideeën niet binnerafzienbare tijd verwerkelijkt worden.

De rol van de bewaker en van demaatschappelijk werker

Met het oog op de moeilijke personeelssituatie stellen de ‘alternatieve professorenvoor om eerst te gaan werken metpart-time behandelingsspecialisten, zoalsmaatschappelijk werkers, psychologen ensociaal-pedagogen. Welke deskundige zouechter naast zijn hele baan nog zin hebbenzich aan dit moeilijke werk te wijden?Overigens hangt het resultaat van demoderne strafexecutie niet alleen af vandeskundigen maar ook van de bewaarders.Tot nu toe was de opleiding vanbewaarders louter gericht op de bewakingen niet op het aanleren van kennis diehen in staat moet stellen met degevangenen contacten te leggen dieopvoedkundige waarde hebben. Tachtigprocent van de bewaarders voelt nietsvoor een gevangeniswezen waarin debehandeling centraal staat. Dezeafwijzende houding is begrijpelijk. Velenvan hen voelen zich onzeker nu er aan

65

Page 16: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

hun beroepsbeeld wordt gesleuteld. Zijzijn ongetwijfeld wel voor resocialiseringen voor wijziging van hun beroepsrol tevinden wanneer het om positieverbeteringgaat. Wanneer men van hogerhand beteresalariëring zou toezeggen aan bewaardersvan groepen en aan groepsleiders, dan zoumen over de hele linie véér decentraliseringen woongroepen zijn. Wanneer opaandringen van de vakbonden de plaatsenreeds véôr de realisering van de plannenbezet zouden worden door gevangenis-beambten die geschikt lijken te zijner tijdtoezicht op een groep uit te oefenen, danzou de interesse vanzelf toenemen. Deomstandigheden zijn dddr beter waar dedirecteur van de gevangenis zelf eenvoorvechter is van de nieuwe ideeën enhet beleid van bovenaf consequent is.Het personeel wordt onzeker wanneer deverantwoordelijke minister zelf onzekeris en zich laat beïnvloeden door denegatieve slagzinnen over ontvluchtingenvan een boulevardblad.

Bij de eigenlijke behandelingsdeskundigenzijn de omstandigheden niet veel beter.In Berlijn zouden de maatschappelijkwerkers binnen het gevangeniswezensleutelposities innemen. Ze zoudenonder andere de verantwoording krijgenvoor gedecentraliseerde eenheden, eenvleugel of een etage binnen de oudehuizen van bewaring. De maatschappelijkwerkers en hun vakbonden waren hethiermee eens, maar toen het ernst werddurfde niemand het aan. Zij steldenplotseling extravagante eisen en wildenalleen met kleine groepen van vijftiengedetineerden sociaal-pedagogisch werken.Natuurlijk komt een maatschappelijkwerker met 80 tot 100 gevangenen niettoe aan sociaal-pedagogische arbeid maarhet kan in ieder geval tot gesprekkenmet de gevangenen komen. V66r alleszou bereikt moeten worden dat desociale werkers door het overnemen vanbepaalde verantwoordelijkheden in

belangrijke mate mee beslissen over delevensomstandigheden van degedetineerden. Ze zouden moetenmeehelpen de optimale voorwaarden tescheppen voor het echte sociaal-pedagogische werk van later. Ze lietenhet afweten, waardoor men noodgedwongen de meeste plaatsen die voorhen bestemd waren moest laten bezettendoor.al of niet leiding gevende beambtenvan de gevangenis.

Het ontbreken van engagement

Doordat de verschillende groepengevangenisfunctionarissen allemaal vanuithun beroepsstatus redeneren, is het in hetkader van de behandeling niet tot eenteamwork van deskundigen gekomen. Deonenigheden konden ondanks de groepsdynamische vorming van de betrokkenenniet bijgelegd worden. Zelfs waar opkleine schaal met sociaal-therapeutischemodellen wordt geëxperimenteerd is hetonmogelijk voldoende geschiktetherapeuten en hulpkrachten te krijgen.Het is duidelijk dat het voor hetgevangeniswezen als geheel nogonmogelijk is de behandeling centraal testellen zolang de bereidheid bij demensen die op het sociale vlak werken,ontbreekt om geëngageerd bezig te zijn.

Geen gevangenenpakhuizen

Ondanks de sombere prognose moetenwe de handen toch niet in de schootleggen. De nieuwe wet mag niet alleenmaar betrekking hebben op de rechtspositie van de gevangenen. Zij moet demogelijkheid scheppen voor directies vangevangenissen om in sociaal-pedagogischegeest te werken en in dit opzicht iets inbeweging kunnen brengen. De wet moetdecentralisering van de bestaandemammoet-inrichtingen voorschrijven. De

66

Page 17: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

gevangenissen mogen geen pakhuizen zijn.Door de opleiding van het personeel eenandere inhoud te geven moet menproberen geleidelijk aan de socialestructuur in de gevangenis te veranderen.Men moet aan de gevangenen tenminstede kans geven door zinvolle arbeid, dooropleiding, door constructieve vrijetijdsbesteding e.d. na ontslag uit de gevangenishet leven beter aan te kunnen. Voor hetgevangeniswezen dreigen nieuwe gevarenvan de zijde van de zogenaamde politiekedelinquenten, die in toenemende matede gevangenissen bevolken. Voor henstaat iedere resocialisatie gelijk met

De ïnvloedvan bet strafbiadop de mogelïjkbeïdeen werkkringte vïnden*

Mensen die een veroordeling achter derug hebben beklagen zich er vaak overdat ze meer moeite hebben om aan hetwerk te komen dan mensen zonderstrafbiad. Velen stellen dat het stigmavan de veroordeling een vicieuze cirkel

aanpassing aan de kapitalistischeuitbuitersmaatschappij. Het geliberaliseerde gevangeniswezen biedt hun velemogelijkheden hun doel te bereiken,namelijk de individuele criminaliteitte converteren in politieke activiteitendie de bestaande maatschappelijke ordevernietigen. In hun afkeer tegen hetgevangeniswezen vinden de aanhangersvan de vergeldingsgedachte en deextreem-linksen elkaar. De Minister vanJustitie zal er spoedig iets op moetenvinden, willen niet de enkele positieveaanknopingspunten die op dit momentaanwezig zijn, geheel teloor gaan.

door R. Boshier enD. Johnson

teweeg brengt aangezien de kans om totrecidive te vervallen toeneemt naarmatede mogelijkheden om een baan tekrijgen afnemen. Voor de veroordeeldein Nieuw-Zeeland is het probleem nogernstiger doordat ingevolge eenvoorschrift van het Departement vanJustitie bij sollicitaties die vanuit de-gevangenis worden verzonden vermeldmoet worden dat de sollicitant eengedetineerde is.

* Oorspronkelijke titel: Does conviction affectemptoyment opportunities?The British journal of criminology, l4ejrg.,nr. 3, juli 1974, blz. 264-268.

67

Page 18: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

Wanneer men dit probleem zoals het zichin het werkelijke leven afspeeltsystematisch wil bestuderen, rijzen erverschillende moeilijkheden. Eén methodeis om het gevangenispersoneel teinterviewen (Martin, 1962). Men kan ookbeginnen met een ondervraging van degedetineerden. Een derde methode is omgefingeerde sollicitatiebrieven te latenschrijven door veroordeelden en eencontrolegroep van niet-veroordeelden.De moeilijkheid is dat verschillendehiervan (door veroordeelde en niet-veroordeelde mensen) verstuurd naarhetzelfde bedrijf argwaan zouden wekken,vooral wanneer ze met hetzelfdehandschrift geschreven zouden zijn, indezelfde enveloppen en op hetzelfdetijdstip gepost. Ook het verzenden vaneen identieke brief, bijvoorbeeld dooreen man die wegens diefstal veroordeeldis, aan verschillende firma’s, zou geenbruikbare resultaten opleveren omdat hetpersoneelsbeleid van de verschillendebedrijven uiteen loopt terwijl erbovendien geen controlegroep is.Buikhuisen en Dïjksterhuis (1971)selecteerden drie verschifiende maarvergelijkbare scheepswerven, driefabrieken en drie verzekeringsmaatschappijen. Naar elk van deze drie werdendrie brieven gezonden waarin drieschrijvers met een verschillend strafbladop dezelfde baan reflecteerden. Dezeprocedure is erg afhankeLijk van devergelijkbaarheid van de bedrijven. Degenoemde onderzoeken hebbennagelaten vergelijkb aarheidscrïteria tedefiniëren. Het hier besproken onderzoekhad het oogmerk deze problemen hethoofd te bieden. Het was speciaal gerichtop het opsporen van de intensiteit vanhet stigma dat rust op sollicitanten die eenveroordeling hebben voor rijden onderinvloed of diefstal, vergeleken metniet-veroordeelde controlepersonen. Dewerkgelegenheid in Auckland, Nieuw-Zeeland, was op het moment van het

onderzoek gunstig. Elders in Nieuw-Zeeland was de situatie net zo, dankzijde mogelijkheden voor seizoenwerkgedurende de zomermaanden.

Methode

Er werden sollicitatiebrieven geschrevennaar éénenzestig werkgevers, naaraanleiding van een advertentie in deN.Z. Herald. Er werden geen firma’s ofinstanties aangeschreven die sollicitantenvroegen telefonisch contact te zoekennoch werkgevers waarvan bekend was datze geen veroordeelden in dienst namen,zoals de politie, het gevangeniswezen enhet onderwijs. Naar iedere uitgekozenwerkgever werden twee brieven gezonden.Van type A werden 15 brievenverzonden waarin ‘R. Shaw’ of ‘D. Murray’vemieldde dat hij veroordeeld waswegens rijden onder invloed. Daarnaastwerden 15 brieven verzonden door‘D. Murray’ en ‘R. Shaw’ waarvan deinhoud dezelfde was, echter zondervermelding van een veroordeling. Duswerkgever 1 ontving een sollicitatiebriefvan R. Shaw, een veroordeelde dronkenrijder en een controlebrief van D. Murray.

De ‘letterparen’ van type B bestonden uit

een brief van Shaw en Murray waarin deschrijver toegaf dat hij een veroordelingwegens diefstal achter de rug had en eenbrief waarin dit misdrijf niet vermeld was.Van dit type werden 46 paren verzonden.

De namen van de sollicitanten warenneutraal. Desondanks werd, om eventueleafwijkingen ten gevolge van naameffectente voorkomen, de helft van de‘veroordeelde’ en ‘niet-veroordeelde’brieven getekend door Shaw en deandere helft door Murray. Dus werkgever1 ontving een ‘veroordeelde’ brief vanShaw en een ‘niet-veroordeelde’ briefvan Murray, werkgever 2 preciesandersom waarna werkgever 3 weerhetzelfde ontving als 1 enz. Men koos

68

Page 19: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

STAAT 1.

15 brieven van eenveroordeelde genaamd

R. ShawD. Murray -

A. Rijden onder invloedn = 15 werkgevers

15 brieven van een lid vande contro]egroep genaamd

D. MurrayR. Shaw

B. Diefstaln = 46 werkgevers

46 brieven van eenveroordeelde genaamd

R. ShawD. Murray -(

46 brieven van een lid vande controlegroep genaamd

D. MurrayR. Shaw

twee correspondentieadressen, de een inMt. Eden en de ander in Sandringham,beide voorsteden van Auckland City ensocio-economisch identiek. Om elkeinvloed van plaatselijke aard tegen tegaan, werd in de helft van de brieven alswoonplaats van Shaw en MurrayMt. Eden opgegeven, in de andere helftSandringham.Een andere mogelijk verwarrendevariabele zou het handschrift kunnen zijn.Daarom werd de helft van de brieven inhet handschrift van de tweede auteur vanhet artikel en de andere helft in liethandschrift van een helper geschreven.Het handschrift werd op dezelfde wijze alsde woonplaats en de naam systematischgevarieerd. De brieven van één paar (dusvan Shaw en Murray laten we zeggennaar werkgever 1) werden op hetzelfdetijdstip op verschillende plaatsen gepost,

zodat beide brieven door de geadresseerdebij een manager of een personeelschef opdezelfde tijd van de dag ontvangenwerden.

Resultaten

Onder een positief antwoord is teverstaan, een uitnodiging voor eenonderhoud of een verzoek om verdereinformatie. Typerend was dat een positiefantwoord altijd kwam in de vorm van eenbrief of een telegram. Een negatiefantwoord is het uitblijven van een reactieof de mededeling dat een onderhoud nietop prijs wordt gesteld of een afschrijvingzonder meer.Geen enkele sollicitant, al dan niet metveroordeling, kon werk krijgenuitsluitend op grond van zijn brief.

69

Page 20: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

Rijden onder invloed

Negen van de vijftien deelnemendewerkgevers gaven een veroordeeldewegens rijden onder invloed een positiefantwoord, terwijl zes een negatiefantwoord ontvingen. Bij de controlegroepwaren tien positieve en vijf negatieveantwoorden. Slechts bij één paar brievenkreeg de ‘veroordeelde’ sollicitant eennegatief antwoord en de ‘niet-veroordeelde’sollicitant een positief antwoord.

Diefstal

Van de zesenveertig sollicitatiesverzonden door een wegens diefstalveroordeelde, ontvingen 18 een positiefen 28 een negatief antwoord. Dit is39,13 en 60,84 procent. Op dezesenveertig brieven zonder vermeldingvan veroordeling kwamen 23 positieveen 23 negatieve antwoorden, dus50 procent van ieder. De meestevariabelen waren uitgeschakeld zodat ergesproken kan worden van gelijkewaarnemingen. McNemar’s test (1949)voor de significatie van veranderingen isdaarom geschikt. Wanneer we degegevens in een formaat omzettengeschikt voor deze tekst zien we dat vijfbriefparen een negatief antwoordopleverden voor de veroordeelde diefmaar een positief antwoord voor deniet-veroordeelde sollicitant. Eenentwintig briefparen lokten ten aanzien vanbeide categorieën sollicitanten eenpositief antwoord uit. Zeven briefparenwerden ten aanzien van beide groepennegatief beantwoord. Er werden geenantwoorden aangetroffen die positiefvoor de ‘dief maar negatief voor deniet-veroordeelde waren. Ofschoon hetresultaat is gecalculeerd overeenkomstigMcNemar’s formule en een correctievoor continuïteit bevat, ziet men datslechts in vijf van de drieëndertig

uitgekozen briefparen de sollicitant metveroordeling meer gestigmatiseerd wasdan de controle-sollicitant.

Diefstal en rijden onder invloed

Van de sollicitanten die veroordeeldwaren wegens diefstal ontving slechts39,13 procent een positief antwoord, integenstelling tot de 60 procent bij dedronken rijders. Hoewel de verschillenstatistisch niet significant zijn en debrieven van de beide categorieëndelinquenten naar verschillende werkgevers waren verzonden, laten dezegegevens toch wel zien dat de diefsollicitanten meer gestigmatiseerd zijndan de sollicitanten met een veroordelingwegens rijden onder invloed. Het resultaatis een interessante neerslag van attitudesten opzichte van misdrijven. Men kan zichgemakkelijk een personeelschef voorstellendie zich met een dronken rijderidentificeert, die pech had dat hijgegrepen werd en die voor één zo’nmisstap niet gestraft moet worden. Menvermoedt dat binnen bepaalde socialegroeperingen het rijden onder invloed alsacceptabel en manljk gedrag wordtbeschouwd. In Nieuw-Zeeland valt een

De gegevens laten zien datsollicitanten die een veroordelingachter de rug hebben wegensdiefstal meer gestigmatiseerdworden dan sollicitanten diewegens rijden onder invloedmet deJustitie in aanrakingkwamen

70

Page 21: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

groot aantal vergrijpen onder het begripdiefstal, vanaf het stelen van een krant toten met het overvallen van een bank. Menzou vele argumenten naar voren kunnenbrengen om aan te tonen dat diefstal inveel gevallen minder ernstig is dan hetdronken achter het stuur zitten.

Vergeljkingen Nederland —

Nieuw-Zeeland

In het onderzoek van Buikhuisen enDijksterhuis naar de stigmatisering inNederland, ontving slechts 26 procent vande dronken rijders een positief antwoord.Wanneer we een vergelijking maken metdit onderzoek waarin 60 procent van dedronken rijders een positief antwoordkregen, lijkt het erop dat deze categoriein Nieuw-Zeeland minder gestigmatiseerdis dan in Holland. Dit is misschien eengevolg van het feit dat de Nieuw-Zeelandersmeer glazen bier per hoofd van debevolking drinken dan het Nederlandsevolk of dat in Nederland iemand diedronken achter het stuur zit gevangenisstraf krijgt. Het stigma kan in Nederlandnet zo goed berusten op de afkeer tegengevangenisstraf als tegen het rijden onderinvloed.Bij de veroordeelden wegens diefstalliggen de verhoudingen in Nieuw-Zeelanden Nederland ongeveer gelijk. Nederlandseveroordeelden ontvingen iets vaker eennegatief antwoord dan de NieuwZeelandse.

Discussie

iemand die vanuit de gevangenissolliciteert daarvan melding maakt. Menzou ook de werkgevers harde feitenmoeten verschaffen over het werkgedragvan veroordeelden. Er dient onderzoekgedaan te worden ter beantwoording vande vraag of de werkgever, wanneer eenwerknemer zijn verleden verzwegen heeft,deze man ontslaat wanneer dit ontdektwordt, aangenomen dat de man zijn werkgoed doet. Gezien vanuit de persoon dieeen veroordeling wegens diefstal heeft,moet het demoraliserend zijn om46 brieven te schrijven en maar 18 positieve antwoorden te krijgen. Zoals gezegdbetekent een positief antwoord in ditonderzoek niet dat men de baan ookgekregen zou hebben. In het werkelijkeleven is de delinquent waarschijnlijkminder bedreven in het voeren vansollicitatiegesprekken en minder handigdan de niet-delinquente sollicitant. Hetzou buiten het bestek van dit onderzoekvallen om na te gaan in hoeveel gevallende positieve antwoorden uiteindelijkresulteerden in een baan, voor beidecategorieën. Het klinkt bijna afgezaagdom te stellen dat, indien de delinquentgeen baan kan krijgen wanneer hij zijnachtergrond eerlijk opbiecht, de verleidingom tegenover de werkgevers oneerlijk tezijn, wel heel erg in de hand wordtgewerkt. En wat nog erger is, de kansenop recidive zullen tengevolge van vervelingen geldgebrek steeds meer toenemen.

De gegevens wijzen uit dat een sollicitantdie toegeeft een veroordeling wegensdiefstal achter de rug te hebben, daarmeeeen barrière opricht wanneer hij een baanzoekt. De conclusie is dat het NieuwZeelandse Ministerie van Justitie er goedaan zou doen niet langer te eisen dat

71

Page 22: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

Strafrecht en straftechtspleging‘riminologieGevangeniswezenReclasseringPsychiatrische zorgKinderbeschermingPolitieDrugs

De tijdschriften, waarin de in deze rubriek vermelde artikelen zijn gepubliceerd, kunnen

te leen worden gevraagd bij het Wetenschappelijk onderzoek- en documentatiecentrum

van het Ministerie van Justitie, Plein 2b, ‘s-Gravenhage, tel. 614311, toestel 437.

Algemeen

65Heerma van Voss, A.J. De baas is de basis.Maandblad geestelijke volksgezondheid, 29e jrg.,nr. 12, december 1974, blz. 574-587 (N.).

De schrijver geeft een naar zijn zeggenéénzijdige beschouwing over de interne moeilijkheden van zowel Dennendal als de Pompekliniek. Achtereenvolgens beschrijft hij hoemen beide instellingen probeerde tedemocratiseren, hoe dit in de praktijk in zijnwerk ging en hoe daaruit conflictenontstonden. In zijn conclusie merkt hij ondermeer op dat een volledig gerealiseerdedemocratisering geen waarborg blijkt te zijntegen interne problemen.Met literatuuropgave.

66Hövels, 3. W. M., en G. Krjnen. Funkties vanjuristen.Ars Aequi, 23e jrg., nr. 10, november 1974,blz. 552-560 (N.).

De schrijvers, die verbonden zijn aan hetInstituut voor Toegepaste Sociologie teNijmegen, verrichtten een onderzoek naar defuncties die juristen uitoefenen. Vragenlijsten

werden ingevuld door 4360 juristen, die eensteekproef vormden uit het totaal aantaljuristen dat tussen september 1947 enseptember 1972 aan een Nederlandse juridischefaculteit is afgestudeerd. Het bleek ondermeerdat ongeveer drieënzevcntig procent van deondervraagde juristen veelal specifiek Juridischewerkzaamheden verrichten. Vierendertigprocent is zelfs uitsluitend juridisch bezig.Dertien procent echter meent dat zijn beroepook door een andere academicus kan wordenuitgeoefend, terwijl bijna vijfentwintig procentzijn beroep van niet-academisch niveau acht.

67Undh, 0. Lagstiftningsfrcgor vid 1974 cirsriksddags virsession.Svensk Juristtidning, 59ejrg., nr. 8, september1974, blz. 614-615.Nieuwe wetgeving betreffende de verstoring vande zwangerschap.

De schrijver bericht dat met ingang van1 januari 1975 de wetten op de verstoring vande zwangerschap in Zweden zijn gewijzigd. Dedesbetreffende wet van 1938 is vervangen dooreen nieuwe wet op de abortus.Uitgangspunt van de nieuwe wet is, dat inbeginsel de vrouw zelfstandig mag beslissen ofzij de zwangerschap wenst te verstoren, zo de

Lïteratuuroverzicht Algemeen

72

Page 23: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

ingreep kan plaats vinden 18 weken na deaanvang van de zwangerschap. Voorvruchtafdrjving na 12 weken zwangerschap is echter een bijzonder verslag van eencurator nodig. Abortus mag alleen wordengeweigerd, indien de ingreep ernstig gevaar voorlsaar leven of gezondheid met zich zou brengen.Verstoring van de zwangerschap mag na18 weken slechts in uitzonderingsgevallenplaats vinden en na onderzoek door eensociale commissie. Toestemming tot abortusmag dan slechts worden verleend, indiendaartoe bijzondere redenen aanwezig zijn.Algemene voorwaarde voor abortus is, dat devrouw de Zweedse nationaliteit heeft ofdomicilie heeft in Zweden.Abortus moet plaats vinden in een ziekenhuisof een andere daartoe erkende kliniek.De nieuwe wetgeving Isoudt in, dat de voorheenbestaande strafbedreiging tegen de vrouw isafgeschaft. De stratbedreiging is nu gerichttegen degene, die zonder bevoegd te zijn tot deuitoefening van de geneeskunde opzettelijkde zwangerschap verstoort (illegale abortus) entegen de arts, die opzettelijk de wettelijkebepalingen overtreedt, bijvoorbeeld doorabortus uit te voeren zonder toestemming vande sociale commissie.De arts die in strijd handelt met de wettelijkebepalingen kan veroordeeld worden totgeldboete of tot gevangenisstraf vanten hoogste zes maanden.

68Pop, J.J. M. Enkele Juridische aspecten van debestrijding van terreuracties.hstermediair, l0ejrg., nr. 51, december 1974,blz. 9-13 (N.).

De bevoegdheden op grond waarvan militairenbij de laatste gijzeingsacties zijn ingezet zijnvolgens de schrijver niet duidelijk in de wetterug te vinden. Weinigen zullen weersprekendat het leger bij dergelijke misdrijven onmisbareassistentie kan bieden, maar het is de vraag ofde Minister van Justitie de competentie heeftde hulp in te roepen van militaire eenheden.Een met de bevoegdheidsvraag samenhangendpunt is of de bestrijding van terreuractiesgeschiedt in het kader van de handhaving vande openbare orde (de taak van de bestuurlijkeautoriteiten) of in het kader van de opsporingen vervolging van strafbare feiten (de taak vanhet aan de Minister van Justitie ondergeschikteOpenbaar Ministerie). De schrijver is vanmening dat terreurbestrijding primair ordeIsandhaving is en dat de regering een wettelijkeregeling van de bevoegdheden aan hetparlement zal moeten voorleggen.Met literatuuropgave.

Strafrecht en strafrechtspleging

Zie ook excerpt nr. 67

69Beekman-Eggink, J. Maatschappelijk werk inde rechtszaaLTijdschrift voor maatschappijvraagstukken enwelzijnswerk, 28e jrg., nr. 21, december 1974,bis. 407 -412 (N.).

In dit artikel wordt de zaak Julius van der Werfbeschreven zoals die in oktober 1974 voor derechtbank te Leeuwarden plaats vond en diebeschouwd kan worden als een testcase watbetreft hulpverlening in wegloopsituaties vanminderjarigen in verband met artikel 280 vanhet Wetboek van Strafrecht. De mening van degetuige-deskundige, het requisitoir van deofficier van justitie en het pleidooi van deadvocaat worden uitvoerig behandeld waarnadie uitspraken van het vonnis worden geciteerd disbetrekking hebben op de principiële vragen.

70Frenkel, F. E. A bortus provocatus: de wet of derechter?Medisch contact, 29e jrg., nr. 45, november1974, blz. 1467-l468(N.).

De schrijver bekritiseert de beslissing van deMinister van Justitie om een strafvervolging inte stellen tegen de artsen van de Bloemenlsovekliniek. Over de abortuskwestie wordt nuweliswaar beslist door de recister, maar deze zalbij zijn interpretatie van de bestaande wetgevingrekening moeten houden met de voorgesteldewetswijzigingen die het produkt zijn geweestvan politieke regeerakkoorden. Hierdoor kan derechter de verdenking op zicls laden aan politiekte doen. Ook de dreiging met sluiting van deBloemenhove-kliniek voor een rechterlijkeuitspraak acht de schrijver onjuist. De regelingenvan het Wetboek van Strafvordering omtrentinbeslagneming hebben niet een dermateverregaande strekking.

71Heijder, A. Geldboete of korte vrijheidsstraf?Nederlands juristenblad, 49e jrg,, nr. 42,december 1974, blz. 1337-1 347.

Om te bekijken of er criteria te ontwikkelenzijn waarmee de officier van justitie in zijn eis,de raadsman in zijn pleidooi en de rechter inzijn vonnis kan werken bij het nemen van debeslissing: geldboete of korte vrijheidsstraf,stelt de schrijver een viertal categorieënfactoren op die op die beslissing van invloed zijn:de sanctievariabelen, de delictsvariabelen, depersoonsvariabelen, de procesvariabelen. Hijbehandelt deze uitvoerig en komt tot deconclusie dat er bij al deze factoren nog steedssprake is van een gebrek aan bruikbare gegevens

73

Page 24: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

en de oorspronkelijke vraagstelling alleenbeantwoord kan tvorden met het ontwerpenvan een beslissingsstrategie. Een volgendeconclusie is dat zowel de geldboete als de korteonvoorwaardelijke vrijheidsstraf alleen kunnendienen tot afschrikking en dat wat de mate vanhet afsehrikkend effect betreft de twee straf-soorten elkaar niet veel ontlopen. Zolang datnog liet geval is verdient volgens de schrijver degeldboete in het algemeen de voorkeur.

72Houten, B.W. van. Rechter en terbeschikkingstelling.Nederlands tijdschrift voor criminologie,l6ejrg., nr. 6, december 1974, blz. 249-255.

In dit artikel wordt nagegaan welke factorende rechter kunnen hebben beïnvloed om minderdan voorheen de maatregel van T.B.R. op teleggen. De schrijver meent dat onze kritischetijd ook aan de rechterlijke macht die nu watgedifferentieerder is gaan denken, niet isvoorbijgegaan. Men heeft oog gekregen voorliet feit dat betrokkenen de T.B.R. vooralvrezen vanwege de onbepaalde duur en dediscriminatie die hiervan uitgaat. Een verlengingvan T.B.R. wordt nu minder automatischuitgesproken, terwijl de rechter meer terughoudendheid bij liet opleggen van dezemaatregel betracht waar het louter en alleenvermogensdelicten betreft. Schrijnend blijvenechter die gevallen waat de rechter ondanks degeringe kans op genezing tot een T.B.R. moetbesluiten omdat naar zijn mening het belangvan de openbare orde dit bepaaldeijk vordert.

73Klyman, F.1., en T.A. Karman. A perspectivefor graduate-level education in crbninal justice.Crime and delinquency, 20e jrg., nr. 4, oktober1974, blz. 398-404 (U.S.A.).

In dit artikel doen de schrijvers een poging aante geven wat liet in 1980 te verwachtennoodzakelijke aantal opleidingen op liet terreinvan de strafreehtstoepassing zal zijn, en hoe destructuur van deze opleidingen zou moeten zijn.Zij verwachten een snelle toename van hetaantal opleidingen in de komende jaren. Opleidersdienen zich te bezinnen op de vraag op welkewijze zij kwalitatief goede opleidingen kunnenopzetten die economisch verantwoord zijn.

74Oliva, G. La intercettazioni telefonichesecondo to nuova norma.La giustizia penale, 79ejrg., nr. 9, september1974, blz. 502-512 (1.).

In april 1974 is in Italië een nieuwe wet op hetafluisteren van telefoongesprekken ingevoerd.De auteur van dit artikel geeft een kritischebespreking van de inhoud en de strekking, de

toepassing en de gang van zaken in de praktijk.De nieuwe wet beperkt de mogelijkheid vanafluisteren en liet gebruik van het aldusverkregen materiaal in sterke mate, en dat isook de bedoeling ervan. De auteur vraagt zichaf of deze beperkingen niet zo stringent zijndat liet afluisteren van gesprekken weinig zinmeer heeft. Bovendien heeft de wet lacunes enschept onduidelijkheden en onzekerheden, metdaarbij de mogelijkheid dat waardevol bewijsmateriaal verloren gaat. In de uitzonderlijkegevallen dat de autoriteiten toestemming ofopdracht verlenen, mag de recherche geengebruik maken van aan liet licht komendeaanwijzingen en bewijzen die op andere dan lietonderhavige misdrijf betrekking hebben; bovendien moet alles wat er geen betrekking op lijktte hebben binnen een vrij korte tijd weerworden vernietigd. De auteur hoopt dat depraktijk spoedig zal wijzen in welke richtingdeze wet zal kunnen worden verbeterd.

75Périer-Daville, D. Les magistrats face artchangement: entre le risque et la nécessité.Le Figaro, 5 december 1974, (F.).

Volgens de schrijver woidt de Franse justitieoverbelast. Een groot deel van haar te drukkewerkzaamheden bestaat uit de zogenaamde‘kleine criminaliteit’, waardoor zij aan dewerkelijk belangrijke zaken niet of nauwelijkstoekomt. In liet artikel worden enkelevoorstellen gedaan die de taak van de justitiezullen verlichten, zoals bijvoorbeeld hetinstellen van bedrjfspolitie. Wanneer de Franserechterlijke macht zich dan aan meer wezenlijketaken kan wijden, moet zij naar de mening vande schrijver wel humaan zijn, maar dit mag nietzover gaan dat de rechter aan politiek gaat doen.

76Senna, J.J. crirninal justice higher education —

its growth and direct ions.Crime and delinquency, 20e jrg., nr. 4, oktober1974, blz. 389-397 (U.S.A.).

Er is waarschijnlijk geen enkele hogere beroepsopleiding in Amerika die zich sneller heeftontwikkeld dan opleidingen op het terrein vande strafrechtstoepassing.In dit artikel wordt deze ontwikkeling sinds1960 beschreven en met cijfers nader ontieed.Verder wordt aangegeven wat de invloed hiervanis geweest op de wijze waarop het strafrechtelijkapparaat is gaan functioneren. Een aantaltendensen in de zich snel in aantal en omvanguitbreidende opleidingen en cursussen wordtgesignaleerd en de schrijver besluit met deverwachting dat in de jaren ‘70 liet accent meerzal liggen op verbetering van de kwaliteit vande opleidingen dan op de uitbreiding van lietaantal beschikbare opleidingsplaatsen.Met literatuuropgave.

74

Page 25: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

77Rizkalla, S. C’rirne and criminal justice in t/zedeveloping con ntries.Acta criminologica, 7e jrg., januari 1974,blz. 169-191 (C.).

Het artikel is een verslag van de besprekingenvan de werkgroep voor misdaad en strafrechtspleging in liet Midden-Oosten, die onderauspiciën stond van het vijfde internationalesymposium voor vergelijkende criminologie datvan 16 tot 18 mei 1973 te Sauta Margherita diLigure (Italië) gehouden werd. Achtereenvolgenswerden misdaad, recht en justitiële organen inhet Midden-Oosten behandeld. Opvallend blijktin de Arabische landen onder meer het hogepercentage geweldsmisdrijven, de daarmeesamenhangende bloedwraak, het cannabisgebruik en de corruptie van ambtenaren. Verderwordt een overzicht gegeven van de historischeontwikkellng van de Arabische rechtssystemen,waarbij men signaleert dat de maatschappelijkenormen van de bevolking vaak afwijken van dewetten gemaakt door de juristen. Tenslutteworden de vaak arrogante houding van depolitie jegens het publiek, het gebrek aangedragswetenschappelljke scholing bij derechters en de gebrekkige toestanden in degevangenissen besproken.Met literatuuropgave.Van dit artikel is een bewerking opgenomenop blz. 59.

78Rood, M.G. Naar een nieuwe wetgeving inzakeen t/zanasie?Nederlands juristenblad, 49e jrg., nr. 39,16november 1974, blz. 1253-1256 (N.).

De commissie medische ethiek van de gezondheidsraad achtte in haar advies aan detoenmalige staatssecretaris van sociale zaken envolksgezondheid aktieve euthanasie niet enpassieve euthanasie wIl geoorloofd. De schrijveracht het verschll tussen beide vormen vanlevensbekorting niet van essentiële maar vangraduele betekenis. De wet pleegt immers eengedraging aan te duiden niet alleen als eennalaten, maar ook als een handelen. WanneerIsij vervolgens het Leeuwarder euthanasie-proces bespreekt merkt hij op dat de rechtbankeen ruimer criterium hanteerde dan de doorhem bekritiseerde commissie. Ook de beslissingvan de rechter te Leeuwarden echter, die weleen langzame, maar geen snelle actieveeuthanasie toestond acht de schrijver geenoplossing van het probleem. Een wetswijzigingis volgens hem noodzakelijk.

79Thomas, D.A. Developments in sentencing1964—19 73.The criminal law review, december 1974,Ma. 685 -692 (G.B.).

De schrijver onderkent drie ontwikkelingen inde Engelse strafrechtstoepassing. Dit zijn: hetsteeds meer behandelen van delinquenten in devrije maatschappij, Iset veelvuldiger toepassenvan alternatieve straffen, en liet toekennenvan rechterlijke bevoegdheden aan deuitvoerende macht. Ten aanzien van het eerstepunt merkt hij op dat het niet zeker is datextra-murale maatregelen de kans op recidivemeer doen afnemen dan een verblljf in eengevangenis. Het tweede punt juicht hij toe,maar hij bepleit een vereenvoudiging van dedaarbij gebruikte terminologie die verwarringschept voor zowel rechter als veroordeelde,terwijl hij de ontwikkellng genoemd onderten derde ongewenst acht, omdat iner aan deburger over wiens vrjlseid wordt besllst eeneerlijke berechting wordt onthouden. Derechter is en blijft de enige om rechterlijkebevoegdheden uit te oefenen.Van dit artikel is een bewerking opgenomenop blz. 53.

Criminologie

Zie ook de excerpten nrs. 71 en 77

80Bernoechi, F. Lii senilitd dal punto di vistacrimitio logica.Quaderni di criminohogia dinica, l6ejrg., nr. 3,juli-september 1974, blz. 321-342 (1.).

Oud worden is een proces dat door vrijweliedere mens als iets moellijks wordt ervaren, endit kan op zichzelf al de aanleiding vormen totcrimineel gedrag, ook bij mensen die met eenblanco strafregister door het leven zijn gegaan.Bovendien werkt de vergrijzing van debevolkhig conflicten tussen de generaties in dehand, hetgeen liet sociale evenwicht verstoort.Tenslotte kan de pensionering een crisissituatieveroorzaken. De auteur tracht de frustratie diede maatschappij de ouder wordende mensaandoet schadelijker voor hem dan debiologische aftakeling. Voor een man is allesuitgesproken moeilijker te verwerken dan vooreen vrouw, en zijn wantrouwen, jaloezie,opstandigheid of melancholle kunnen totpsychische stoornissen of tot crimineel gedragleiden. Bij de beoordeling voor het gerecht vandit criminele gedrag wordt nogal eens, ook bijniet seniel demente personen, de leeftijd alsverzachtende omstandigheid of reden totontoerekenbaarheid in aanmerkinjgenomen.De soorten delicten die oudere mensen plegen,zijn die van de zwakheid: belediging, brandstichting, heling en vooral schennis van deopenbare eerbaarheid en zedendelicten (ontuchtmet kinderen). Naar verhouding is hetpercentage oudere delinquenten gering, en vaakbrengen economische nmstandigheden hen er

75

Page 26: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

toe, een delict te begaan. Daarnaast is er ookveel niet-crimineel anti-sociaal gedrag onderoudere mannen: suicide en zwerven.Met literatuuropgave.

81Bianchi, H. Goevernernentele en 000-goeverne-mentete krirninologie: een ‘meta-probleern’.Nederlands tijdschrift voor criminologie,l6ejrg., nr. 5, oktober 1974, blz. 201-216.

Met name in landen met een hoge industriëleontwikkeling wordt door de overheden intoenemende mate gebruik gemaakt vancriminologisch onderzoek bij preventie enbestrijding van criminaliteit. In het eerste deelvan dit artikel bespreekt de schrijver de vaakzeer nauwe band tussen de crimmologiebeoefening en het beleid. Hij roept hierbij devraag op of de huidige criminologie wel instaat is iets voor de overheid te doen, ja zelfsof ze dat onder gegeven omstandigheden welmag doen.In het tweede deel van het artikel beantwoordtde auteur deze vraag en postuleert tweeverschillende criminologische paradigmata: eengoevernementeel paradigma en een non-goevernementeel paradigma. De goevernemen telecriminologie werkt vanuit een immanentepositie binnen een bepaald socio-cultureelsysteem aan de oplossing vaii beleidsproblemcn.De non-goevernementele criminologie (metacriminologie) heeft haar vertrekpunt buitenhet vigerende socio-culturele systeem.

$2Canepa, G. Prospettive attuali del trattatnentocriminologico. Ricerche su cento delinquentigiovani adulti.Quaderni di criminologia clinica, l6ejrg., nr. 3,juli-september 1974, blz. 299-319 (1.).

De auteur is er van overtuigd dat de criminaliteitvan veel jonge delinquenten, zo tot een jaar of25, samenhangt met en een uitvloeisel is vande puberteitscrisis. Daarom ook acht hij hetabsoluut verkeerd, dergelijke jongeren testraffen. Door heropvoeding is resocialisatiemogelijk en kan men iecidive voorkômen.Iedere jonge delinquent dient allereerst op zijnvolwassenheid te worden onderzocht. De auteurheeft met een aantal medewerkers in 1967-1968 in een strafinrichting in Genua bij eengroep van 100 willekeurig gekozen jongemannen tussen 18 en 25 jaar een onderzoekingesteld; het waren delinquenten die tot eenstraf van maximaal 3 jaar waren veroordeeld.Het was een breed medisch, psychologisch ensociaal onderzoek. Als voornaamste resultaatkwam hier uit dat 93 van de 100 een — voornamelijk door milieu en opvoeding ontstane —

zogenaamde ‘negatieve identiteit’ (Erikson)vertoonden (je voelt je anders, buitengeslotenen minderwaardig, en brengt dat tot uiting in

hardheid, vijandigheid, agressie). Hiermeewaren deze mensen zeker als sociaalgevaarlijk te beschouwen, maar volgens schrijverzou een adequate behandeling, indien diemogelijk was, bij vrijwel allen deze negatieveidentiteit en daarmee de gevaarljkheidopheffen. Er bevonden zich slechts weinigpsychopaten en debielen onder hen, ongeveer20 neurotici en geen psychotici. Er is dus geenkwestie van dat deze jonge mannen klinischgezien duidelijk psychopathologische trekkenvertoonden. De negatieve identiteit werktechter ook zonder dit wl criminogeen, en debehandeling van de jongeman moet dan ookdaarop zijn gericht. Er is meestal nogverbetering mogelijk, en liet is daarom dringendnoodzakelijk dat er speciale inrichtingen voordeze groep komen.Met literatuuropgave.

83Dörmann, V. Polizeiliche Kriminalstatistik.Kriminalistik, 28e jrg., nr. 10, oktober 1974,blz. 433-439 (BRD.).

Misdaadstatistieken zijn volgens de schrijver inhet algemeen niet erg betrouwbaar. Zijhouden immers geen rekening met ‘darknumber’-criminaliteit en het selectieve optredenvan de politie. Met deze reserve bespreekt hijde Westduitse potitiestatistieken van liet jaar1973. In vergelijking met de tien voorgaandejaren is er een lichte daling van het totaalaantal misdrijven merkbaar. Wèl is de jeugddelinquentie sterk toegenomen. Hetophelderingspercentage van ernstige misdrijvenis in vergelijking met 1963 enigszins gestegen.

84Giambartolomei, G. Una nuova teorki biologicasulta criminalitâ: ii fattore extra-y.Quaderni di criminologia clinica, 16e jrg., nr. 3,juli-september 1974, blz. 369-395 (1.).

De twee richtingen in de wetenschappelijkecriminologie, de biologische en de sociologische,zijn er langzamerhand wel van doordrongendat ze ailebei gelijk hebben. Onder dit geziclitspunt geeft de auteur een beschouwing over lietin de afgelopen decennia ontdekte en alveelvuldig beschreven XYY-syndroom, waarmeemen de oorzaak van bepaalde vormen vancriminaliteit meende te hebben ontdekt, endaarmee deze criminaliteit ‘verontschuldigd’bij de berechting. Schrijver tracht in zijn artikelaan te tonen dat er niet altijd zo’n nauwe causalesamenhang behoeft te bestaan: niet iedereextra-y-drager wordt deilnquent, niet allemannen die overigens verschillende symptomenvan het syndroom vertonen, blijken extra-ydragers te zijn. Ook bij het XYY-syndroomspelen het milieu en de omstandigheden eenbelangrijke rol. De extra-y is hoogstens eenpredisponerende factor. In elk geval zullen

76

Page 27: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

strafrecht, penitentiair recht en criminologiezich diepgaand met de theorie van de extra-ymoeten bezighouden. Vooralsnog is er weinigabsoluut zeker, ook al doordat er te weiniggevallen zijn beschreven waarbij de theorie welgeheel klopt. Dit is van belang met het oog opde preventie, die stigmatiserend en daardoorschadelijk kan werken. Het is wèl van hetgrootste belang dat men het verschijnsel verderzeer nauwkeurig onderzoekt, met eenuniforme en optimale methodiek.

85Gîrolamo, F. di. L ‘esarne della personalitâ delcondannato. Contributo critico per unaevoluzione degti istituti di osservazione.Rassegna di studi penitenziari, 24e jrg., nr. 4,juli-augustus 1974, blz. 571-590 (1.).

Wanneer men er van afstapt mensen te straffenvoor een misdrijf dat zij hebben begaan en hunin plaats daarvan een adequate persoonlijkestrafbehandeling wil geven met de bedoelingdat zij zich daarna in de samenleving kunnenhandhaven, dient men zich in te spannen omhun persoonlijkheid beter te leren kennen, tezoeken naar het motief van hun handelen, hunaansprakelijkheid daarvoor te onderzoeken ente peilen hoe zij zich zuilen ontwikkelen. Ditalles vereist een langdurige observatie opdatmen zijn oordeel grondt op kennis van zaken.In Italië is deze noodzaak nog niet wettelijkerkend, althans niet bij meerderjarigen v66r deuitspraak in het proces; bij minderjarigen wèl,en de auteur hoopt dat het, zoals veel anderezaken ook uit het gebied van het kinderstrafrecht zal doordringen in het strafrecht voorvolwassenen. Nu vindt observatie vanvolwassenen alleen plaats aan het begin van dedetentie — en dan nog niet door vakmensen —

met het oog op classificatie. In 1954 heeft mente Rome-Rebibbia een nationaal observatie-instituut (I.N.O.) opgericht, dat dergelijkeobservaties en persoonlijldseidsonderzoekenwetenschappelijk uitvoert. Er zijn er inmiddelsnog twee bijgekomen. De auteur beschrijft dewerkwijze van deze instituten nader, alsook demensen die observeren en die wordengeobserveerd. Het werk geschiedt overal dooreen voortdurend hecht samenwerkendspecialisten-team. Voor de toekomst streeft mennaar zoveel mogelijk gespecialiseerdebehandelingsinstituten; maar voorlopig heeft dediagnose nog de meeste aandacht en is de kloofnaar de therapie nog niet overbrugd.

86Glaser, D., en M.S. Zeigler. Use of the deathpenalty V. outrage at murder.Crime and delinquency, 20ejrg., nr. 4, oktobet1974, blz. 333-338 (USA.).

In dit artikel doen de schrijvers een poging devraag te beantwoorden waarom het aantalmoorden relatief het grootst is in de staten waar

de doodstraf het vaakst werd toegepast. Eentweetal verklaringen wordt besproken: detenuitvoerlegging van doodstraffen, koelbloedigimoorden, heeft als niet bedoeld neven-effectdat moord door het publiek mir.der afstootwekkend wordt gevonden, met als gevolg eenstijging van het aantal moorden.Een tweede verklaring is dat zowel detenuitvoerlegging van de doodstraf als eenrelatief groot aantal moorden, voortkomen uiteen lage waardering voor het leven.Mede aan de hand van statistisch materiaalkomen de schrijvers tot de conciusie dat detweede verklaring de meest waarschijnlijke is.Zij baseren deze conclusie met name op hetverschijnsel dat in staten waar vroeger dedoodstraf relatief veel werd toegepast en waarrelatief veel moorden gepleegd worden, hetaantal maanden dat moordenaars gedetineerdworden voordat zij voorwaardelijk in vrijheidworden gesteld het kleinst is.

87Gubnum, J. F. Victirnization in old age.Crime and delinquency, 20ejrg., nr. 3, juli 1974blz. 245-250 (U.S.A.).

Vrij algemeen wordt aangenomen dat bejaardenrelatief vaak het slachtoffer worden vancriminaliteit. Slachtofferonderzoek echter laatzien dat het tegendeel het gevat is.In dit artikel worden diverse factoren besprokendie in verband staan met de kans dat anderenslachtoffer worden. Met betrekking tot dezefactoren bespreekt de schrijver een drietalhypothesen.

88Jongman, R.W., G.J.A. Smale en J. de Jong.Zwaarte van de diefstal als beslissingsfaktor inhet seponeringsbeleid.Nederlands tijdschrift voor criminologie,l6ejrg., nr. 5, oktober 1974, blz. 224-233.

In aansluiting op een reeks van vroegere onderzoeken naar de invloed van de factor socialeklasse’ op het sepôtbeleid, onderzochten deauteurs of jongeren uit de lagere (beroeps)miieus in geval van eenvoudige diefstal groterebedragen ontvreemden dan jongeren uit hogeremiieus. Dit bleek niet het geval. De ernst vanhet delict bleek slechts bij jongeren uit dehogere miieus in verband te staan met debeslissing wel/niet vervolgen.Met literatuuropgave.

89Jordan, V. E. The system propagates crime.Crime and delinquency, 20ejrg., nr. 3, juli 1974,blz. 233-240 (U.S.A.).

Misdaad is een thema dat door vele politiciwordt misbruikt en een uitlaatklep is gewordenvoor de volkswoede. Misdaad is vooral een

77

Page 28: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

probleem voor de Amerikaanse negers dieonevenredig vaak het slachtoffer worden vanzowel criminaliteit zelf als van het strafrechtelijk systeem.De auteur pleit in dit artikel voor drastischehervorming van het strafrechtelijk systeem,zodat criminaliteit kan worden voorkomen inplaats van bevorderd. Gevangenissen dienenafgeschaft te worden en vervangen door‘community rehabiitation centers’. Daarnaastmoet gestreefd worden naar inkomensniveileringen een effectievere werkloosheidsbestrijding,vooral ten gunste van jongeren.

90Kamstra, O.W.M., en Jac. van Weringh. Hetoordeel van de ernst van ,nisdriji’en: een nieuwepoging.Nederlands tijdschrift voor criminologie,l6ejrg., nr. 5, oktober 1974, blz. 234-244.

In dit derde artikel over lset oordeel over deernst van misdrijven bespreken de auteurs eennieuwe poging om tot een aanvaardbarestandaardrangordening te komen. Een 5-talgelierformuleerde delictsbeschrjvingen werdenvoorgelegd aan drie groepen proefpersonen:criminologiestudenten (26), opperwachtmecsters (17) en wachtmeesters eerste klas (25) enadspiranten van de Opleidingsschool derRijkspolitie te Arnhem (118). Het bleek datde groepen niet te veel verschilden. De pogingom een voor velen aanvaardbare ‘ernst vandelicten-standaard’ te construeren, kan dus nietals geslaagd worden beschouwd.Met literatuuropgave.

91Kortenhorst, G.P. Beveiliging van banken enpostkantoren tegen roofovervallen.lntermediaii, 10e jrg., nr. 47, november 1974,blz. 19-67 (N.).

Bij zijn analyse van feiten en omstandighedendie voor de beveiliging van geldinstituten vanbelang zijn houdt de schrijver vier hoofdlijnenaan die hij achtereenvolgens bespreekt: welkebelangen moeten beschermd worden; welke isde ernst, de omvang en de aard van debedreiging; wat is de modus operandi van demïsdadiger en wat zal hem mogelijk van zijndaad weerhouden. In verband met het laatstgenoemde behandelt hij drie aspecten,namelijk de kans op ontdekking en arrestatie,de strafmaat en de fysieke en andere afweet-middelen, waaronder hij verstaat eengeschikte opleiding van het bankpersoneel, hetaanleggen van een stilalarm en het gebruik vanIcogelwerend glas.

92McCall, C.C., en H.J. Grogan. Rehahilitatingforgers.

Crime and delinquency, 20ejrg., nr. 3, juli 1974,blz. 263-268 (U.S.A.).

In vergelijking met andere groepen delinquentenzijn valsemunters: intelligenter, beter in staatfamiliebanden te onderhouden en krijgen zijgemakkelijker banen en recidiveren zij meer.In liet in dit artikel beschreven onderzoekwordt een groep van 683 valsemuntersvergeleken met 2319 inbrekers en 777 autodieven. Een belangrijke uitkomst van ditvergelijkend onderzoek is dat de groep valsemunters op de reclasseringsambtenaar eengunstige indruk maakt zodat het lijkt alsof allesgoed is en geen hulp verleend hoeft te worden.Van groot belang is een goede diagnose. Bij dehulpverlening dient het accent gelegd te wordenop acceptatie, steun en realistische verwachtingen.Autoritaire waarschuwingen, berispingen enverboden zijn niet effectief.

93Paterniti La Via, P. II pro blema del consensonetla valutazione sociale detla gravitâ dei reati.Rassegna italiana di sociologia, 15e jrg., nr. 3,juli-september 1974, blz. 459-482 (1.).

Uitgaande van het alom geconstateerde enerkende feit dat de sociale normen niet meerovereenstemmen met die van de strafwet,heeft de auteur een tiental sociologischeonderzoekingen hierover (uit verschillendelanden en van uiteenlopende aard) bezien envergeleken. Ze gaan over de beoordeling doorhet publiek van criminaliteit en de bestraffingdaarvan, over kennis van de strafwet bij hetpubliek en bij delinquenten, over opvattingeninzake dc repressieve preventieve en afschrikwekkende werking van de strafwet. De schrijverconcludeert dat de tot nu toe gedaneonderzoekingen over het onderhavige onderwerpnog te weinig zijn en dat ze te veel verschillenin opzet en methodiek om er conclusies uit tekunnen trekken. De uitkomsten van de doorhem bezicnc studies zijn al even heterogeenals de samenleving zelf is. Hij geeft enigerichtlijnen voor het ideale onderzoek in deze.

94Robin, G. D. White-collar crirne and employeetheft.Crime and delinquency, 20e jrg., nr. 3, juli 1974,blz. 25 1-262 (U.S.A.).

Over de betekenis van het begrip ‘white-collarcrime’ bestaat veel misverstand. Suffierlandzelf is hieraan mede verantwoordelijk omdathij het begrip niet duidelijk omschreef. In ditartikel bespreekt de schrijver de vraag inhoeverre diefstal bij patroons door werknemerste beschouwen is als ‘white-collar crime’. Zijnconclusie is dat diefstal door werknemers en‘white-collar crime’ beide beschouwd engeanalyseerd moeten worden als verschillendevormen van criminaliteit gepleegd tijdens beroeps.uitoefening. Deze zienswijze sluit volgens deschrijver het best aan bij Sutherlandsoorspronkelijke omschrijving. Veel terminolo

78

Page 29: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

gische misverstanden kunnen op deze wijzevermeden worden.Met literatuuropgave.

95Robinson, D.N. Harm, offence and nuisance.American psychologist, 29e jrg., nr. 4, april1974, blz. 233-238 (U.S.A.).

In dit artikel behandelt de schrijver de vraagwelk recht de overheid heeft haar onderdanente onderwerpen aan een onvrjwfflige therapie.Na aan de hand van de jurisprudentie van hetAmerikaanse Hooggerechtshof geconstateerdte hebben dat de staat hiertoe vrij vergaandebevoegdheden heeft bespreekt hij de ethischekanten van het probleem.Vanuit moreel oogpunt bezien acht hijonvrijwihige therapie geoorloofd indien deburger van een staat voor zichzelf of vooranderen gevaar oplevert. Gedwongen therapiewijst hij echter af wanneer het betreftmisdrijven tegen de veiligheid van de staat(waar hij gevangenisstraf als beveiligingvoldoende acht) of delicten waarbij geenslachtoffer is betrokken.Met literatuuropgave.

96Such-Baer, M. Profes.rional staff react ion toabortion work.Social casework, 55e jrg., nr. 7, juli 1974,blz. 435-441 (U.S.A.).

Eerdere onderzoeken in Amerika hebbenaangetoond dat personeel van abortuskliniekenna verloop van tijd negatieve emoties tenaanzien van abortus begint te vertonen, ookal stonden zij aanvankelijk positief tegenovervroegtijdige onderbreking van zwangerschappen.Het hier beschreven onderzoek dat zich integenstelling tot eerdere studies nu ookuitstrekte tot maatschappelijk werkers inabortusklinieken bevestigde deze resultaten.Het bleek dat personeel dat slechts contact hadmet de foetus, zoals verpleegsters en artsen,op den duur het negatiefst reageerden opabortus. Maatschappelijk werkers daarentegendie de gehele persoon van hun patiënten enhaar problemen persoonlijk kenden bleven daarveel positiever tegenover staan.

97Wiersma, D. De neophaenemenoÏogie informu les.Nederlands tijdschrift voor criminologie,l6ejrg., nr. 5, oktober 1974, blz. 217-223.

In. dit artikel gaat de auteur in op een artikelvan Bianchi. Aan de hand van een voorbeelduit de wiskunde illustreert hij de betekenis vande begrippen ‘einklammerung’ en ‘ausldammemng’, en bespreekt de criminologie van Bongeren de Amerikaanse criminologie. In een dupliek

verduidelijkt Bianchi het door hem gebruiktebegrip ‘immuniteit’.

98Woodford Howard, J. Law enforcement in anurban society.American psychologist, 29ejrg., nr. 4, april1974, blz. 223-232 (U.S.A.).

De schrijver noemt de volgende oorzaken voorde crisis waarin het Amerikaanse justitiëleapparaat zich volgens hem bevindt: de overbelasting van de rechtbanken doordat teveelfeiten strafbaar zijn gesteld, de overdrevenvrees van het publiek slachtoffer van eenmisdrijf te worden, waardoor een verkeerdbeeld van de misdaad ontstaat, en een te verdoorgevoerde decentralisatie van het rechtssysteem. Als oplossing stelt de auteur voorzoveel mogelijk delicten te decriminaliseren,het gerechtelijk apparaat te centraliseren ende vrijheidsstraf niet alleen tot het uiterste tebeperken, maar ook meer dienstbaar te makenaan resocialisatie dan nu het geval is.Met literatuuropgave.

Gevangeniswezen

Zie ook excerpt nr. 117

99Berlit, J.W. Positive Erfahrungen mitVollzugslockeni ngen.Krîminalistik, 28ejrg., nr. 11, november 1974,blz. 501-503 (U.S.A.).

Sinds december 1971 staat in Neder-Saksen dewet toe dat gedetineerden ééns in het jaarverlof krijgen gedurende twee weken degevangenis te verlaten. In dit artikel wordt aande hand van statistische gegevens nagegaan hoedit systeem in de jaren 1972 en 1973 gewerktheeft. Het blijkt dat, ondanks de vrij sterkestijging van het aantal gevangenen aan wie ditverlof is toegestaan, slechts weinigen hiewanmisbruik maakten door te laat of helemaal nietterug te keren. De schrijver meent ook dat dezeregeling de resocialisatiekansen van degedetineerden doet toenemen. Zij kunnen nuimmers de relaties die zij hebben in de maatschappij bestedingen. Tenslotte wijst hij op hetfeit dat het aantal agressieve gedragingen vangevangenen tegenover de bewaarders is gedaald.

100Brodsky, S.L., en A.R. Pacht. The ctinicatresources center. A model for utitization ofmental health services in correction.Crime and delinquency, 2ûejrg., nr. 3, juli 1974,blz. 291-296 (U.S.A.).

In dit artikel beschrijven de auteurs een model

79

Page 30: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

voor psycli iatrisch-psy chologische hulpverleningin het gevangenistvezen. Bouwstenen van ditmodel zijn: snelle selectie en plaatsing vangedetineerden, snelle diagnose van ernstiggestoorde gevangenen, een veeUeid vanbehandelingsmogelijkheden zowel klinisch alspoli-klinisch, het adviseren van staf en personeelbinnen gevangenissen en tenslotte training enopleiding van therapeuten en onderzoek.

101Durham, E.L. St. Leonard’sHouse. A model inthe use of ex-offenders in the administration ofcorrection.Crime and delinquency, 20ejrg., nr. 3,juli 1974,blz. 269-280 (U.S.A.).

Door een groot aantal instellingen wordt op ditmoment gebruik gemaakt van ex-gedetineerden.Zij doen het werk dat gewoonlijk door beroepskrachten gedaan wordt. Algemeen wordt dezeontwikkeling als positief gewaardeerd. Vanbelang op dit moment is dat nagegaan wordtwat de voor het individu gunstige effecten oplange termijn zijn. In dit artikel wordt eenproject beschreven waarin door vrjtveluitsluitend ex-delinquenten gewerkt wordt ineen grote, economisch zwakke negerwijk.Met name bespreekt de schrijver de problemenrond selectie, training en beoordeling vanex-delinquente hulpverleners.Met literatuuropgave.

102Else, J.F., en K.D. Stephenson. Vicariousexpiation: a theot of prison and social reform.Crimc and delinquency, 20e jrg., nr. 4, oktober1974, blz. 359-372 (U.S.A.).

In dit artikel wordt het begrip ‘boetedoening’(expiation) in haar theologische en criminologische betekenis besproken en in verbandgebracht met twee sociologische begrippen,socialisatie en ‘differential association’. Doel vande schrijvers is een nieuwe visie te ontwikkelenmet betrekking tot gevangenisopstanden enhervormingen in gevangenissen en de maatschappij.Centraal staat de gedachte dat de maatschappijals geheel ten minste ten dele verantwoordelijkis voor de door individuen in die maatschappijgepleegde misdrijven. Delinquenten spelen vaakzonder dit te beseffen de rol van iemand dieboetedoening doet ter vereffening van schuldvan anderen. Vanuit deze gedachtengang wordengevangenisopstanden besproken en verklaard.Met literatuuropgave.

103Nagel, W.G. ‘With friends like these, who needsenernies?’Crhne and delinquency, 20ejrg., nr. 3,juli 1974,blz. 225-232 (U.S.A.).

In dit artikel bekritiseert de auteur het werk vanhet ‘federal bureau of prisons’.

Hij verwijt dit bureau een inconsequent beleidten aanzien van de autonomie die aan de statengelaten wordt. Met name gaat hij in op debegrippen ‘federal offences’ en ‘state offences’en de gevolgen die dit onderscheid heeft voorhet gevangeniswezen.Een tweede verwijt is liet door het bureautentoongestelde gebrek aan totaal-visie enplanning.Tenslotte gaat de auteur in op de zijns inziensach terlsaalde en nutteloze wijze waarop hetbureau het misdaadprobteem te lijf gaat.

104Pavarini, M. Stnittura sociale ed originedelt’istituzione penitenziaria.11 mulino, nr. 234, juli-augustus 1974,blz. 564-593 (1.).

De auteur stelt aan het begin van zijn artikeldat er nog nooit een onderzoek is gedaan naarde samenhang tussen de vorm van een socialeorganisatie met z’n sociaal-economischeverhoudingen en de theorie en praktijk van hetstrafstelsel daarin, met name de ideologiedaarvan. 1-hij stelt eveneens dat detentie-als-strafpas op een bepaald moment is ontstaan, en hijwil nagaan wanneer en waardoor. Detentie alsstraf suj generis dateert ongeveer van deopkomst van het burgerlijk kapitalisme, dathiermee bepaalde elementen tot de samenlevingwilde uitsluiten, controleren, overheersen enberoven van een kwantum vrijheid, een spannetijds waarin iemand geld kan verdienen. Deauteur toont de grote verschillen aan met detheorie en praktijk van het straffen in devoorafgaande feodale tijden. 1-Jij bespreekt ookhet kanonieke recht en wijst er op dat veelelementen van het kapitalistische systeem vanvrijheidsberoving daarin hun wortel hebben:boete doen in afzondering. Daarnaast schetsthij de ontwikkeling van de middeleeuwseeconomie naar de verstedelijking toe, met daarinde houding van de overheid ten aanzien van deontheemde boeren. Deze werden in werk- entuchthuizen geconditioneerd c.q. gedwongentot tucht en plichtsvewulting. Met de opkomstvan het kapitalisme werden deze inrichtingentot gevangenissen en huizen van bewaring inmodernere zin. In deze gevangenissen werd danlater, om diverse redenen, wel weer arbeidingevoerd, maar deze was niet produktief: erwas geen sprake van samen-werken en het werdniet adequaat beloond; evenmin leidde het opvoor een beroep na de vrijlating. Wet werd dearbeidsprestatie als graadmeter voor goedgedrag genomen. Ook had deze gevangenis-arbeid grote invloed op de economie.De auteur beschrijft tenslotte hetexperiment dat men in Auburn is begonnenom in dit geheel verbetering te brengen.

80

Page 31: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

105Pavaiini, M. La rilei’anza de! fattore lai’oroneti’ organizzaz ione carceraria: 1 ‘esderïenzaingtese.Rivista italiana di diritto e procedura penale,l7ejrg., nr. 1, 1974, blz. 142-151 (1.).

Het artikel is een voordracht welke de schrijverin februari 1974 heeft gehouden op een congreste Venetië dat als thema had: Gevangenis enmaatschappij. Hij beschrijft de situatie inEngeland en vergelijkt deze met die in Italië.Hij stelt daarbij dat het merkwaardig is datterwijl de economische en sociale context vande beide landen niet fundamenteel verschilt,het Angelsaksische strafrechtssysteemvooruitstrevender is. Maar het zit wat detenuitvoerlegging betreft wel in het slop, endât zit hem weer in de arbeid van degedetineerden. Ondanks parole en probation,die bijvoorbeeld in Italië fiog niet bestaan,neemt het aantal gevangenisstraffen toe inEngeland. Als een der oorzaken hiervan zou menhet afschaffen van de doodstraf kunnennoemen. Maar volgens de auteur is de werkelijkeoorzaak de tegenstelling en tegenspraak tussende progressieve theorie en de steeds meerreactionair wordende praktijk. In de gevangeniswordt de arbeid die de gedetineerde verrichtals zeer belangrijk beschouwd; maar volgens deauteur wordt deze arbeid alleen bezien vanuithet oogpunt van de produktiviteit: zoveelmogelijk gevangenen moeten zoveel mogelijkvoor de overheid verdienen. Uiteraard is hunbeloning slecht. Bij recente gevangenisopstanden eisen de gedetineerden onderandere het minimum-loon, het recht eenvakbond te vormen en een arbeidscontract.De auteur is het hiermee geheel eens, ook vanuithet oogpunt van de opvoedende werking die degevangenisarbeid dient te hebben.

106Provvedimenti urgenti in materia penale: lineeemergenti di politica criminele.II mulino, nr. 234, juli-augustus, 1974, blz. 1-22 (1.).

Dit artikel is een kritische aanval van een groepstrafrechtdeskundigen van de universiteit vanBologna op een presidentieel besluit dat inapril 1974 enige ingrijpende wijzigingen heeftaangebracht in het Italiaanse strafrecht. Hunkritiek richt zich in de eerste plaats op het feitdat een dergelijke wijziging bij presidentieelbesluit heeft plaats gevonden, iets dat alleenin geval van nood geoorloofd is; het geheel isdes te merkwaardiger omdat het parlement algeruime tijd bezig is met deze wijzigingen enverbeteringen, die zeker noodzakelijk zijn.Het gaat onder andere over de beslissingsbevoegdheid van de rechter en over depreventieve hechtenis. De auteurs bespreken denieuwe regeling nauwkeurig en gedetailleerdnaar het pro en contra. Zij uiten als bezwarendat de beslissingsbevoegdheid van de magistraten

te ruim wordt en de macht van de politie te grocterwijl preventieve hechtenis door de mogelijkIseid van herhaalde verlenging een autonome,geanticipeerde straf wordt. In elk geval komende rechten van de verdachte op allerlei manierenin de verdrukking. Het presidentiële besluit inkwestie versterkt de reactionaire krachten inden lande.

107Shover, N. ‘Experts’ and di.agnosis in correctionagencieaCrime and delinquency, 20e jrg., nr. 4, oktober1974, blz. 347-358 (U.S.A.).

Aan de hand van zijn driejarige ervaring als‘caseworker’ in gevangenissen en gesprekken met12 personen die zich met diagnostiseren ofclassificeren van gedetineerden bezig houden,beschrijft de auteur de wijze waarop nieuwkomers in gevangenissen leren diagnostiseren enhun ervaringen doorgeven.Deze nieuwkomers beginnen hun werk zondergebruik te maken van betrouwbare techniekenom het delinquent gedrag van gedetineerden teinterpreteren. Een theoretisch model ontbreektgeheel. Men hanteert aanvechtbare, onduidelijkeen ad hoc categorieën die voornamelijk gebruiktworden om de detentieperiode soepel en zondermoeilijkheden te laten verlopen.Velen ontwikkelen na verloop van tijd eencynische houding ten opziclste van hun werk.Zij beginnen te twijfelen aan de waarde en devaliditeit van de theorieën die, naar zij aannemen,ten grondslag liggen aan dit werk. Zij verlatenhet gevangeniswezen of blijven zichtbaarontmoedigd en ontevreden met hun werk.

108Skoler, D.L., en R. Loewenstein. Minorities incorrectie n.Crime and delinquency, 20ejrg., nr. 4, oktober1974, blz. 339-346 (U.S.A.).

Een van de meest opvallende personeelsproblemen in het Amerikaanse gevangeniswezen ishet in vergelijking met de groep gedetineerdenonevenredig kleine aantal bewaarders datbehoort tot een minderheidsgroepering.De schrijver van dit artikel bespreekt de pogingendie in de afgelopen jaren ondernomen zijn, omdeze situatie te verbeteren.De auteurs concludeerden dat de juridischebasis nu hecht genoeg is voor een succesvolleaanval op discriminatie.

109Uhlitz, 0. Scheitert die $trafrollzugsreform?Frankfurter Allgemeine Zeitung, 19 december1974.

Het artikel schetst een somber beeld van detoekomstverwachtingen met betrekking tot dehervorming van het gevangeniswezen. Er is

Page 32: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

thans een ontwerp van wet inzake de executievan straffen bij de Bondsdag aanhangig. Inseptember 1973 hebben een aantal hooglerareneen alternatief-ontwerp uitgebracht. Daarnaastbestaan nog diverse voorstellen van actiegroepen,verenigingen etc. Alle voorstellen hebbengemeen dat ze de resocialisatie van de veroordeelde vooropstellen. Iedereen verstaat echteronder resocialisatie weer iets anders. Deopstellers van het alternatieve ontwerp hebbengetracht vat te krijgen op de behandelingsproblematiek. De schrijver meent dat met namedoor het onvoldoende gemotiveerd zijn van hetbewakend personeel en het ontbreken vanengagement bij de behandelingsdeskundige eeningrijpende hervorming van het gevangeniswezenvoorlopig een utopie is.Van dit artikel is een bewerking opgenomenop btz. 62.

110Vigh, J. Opvoeding op zijn Hongaars.Balans, Sejrg., nr. 11, november 1974,blz. 15-18 (N.);Balans, Sejrg., nr. 12, december 1974,bla. 14-16 (N.).

Dit artikel bevat een beschrijving van eenjeugdgevangenis in Hongarije. De schrijver zetuiteen hoe opvocdingsbeginselen- en activiteitenworden aangepast aan de persoonlijkheid vande gedetineerden.Deze leven in groepsverband onder begeleidingvan een pedagoog. Veel aandacht wordtbesteed aan arbeid, waaraan deze jongeren diegeen regelmatig werk gewend zijn, door middelvan strakke discipline moeten wennen.Daarnaast nemen ook onderwijs en vrijetijdsbesteding een belangrijke plaats in. De auteurziet deze vorm van tenuitvoerlegging voornamelijk als een doeltreffende opvoedingsmaat regel.

111Zirin, S. The case of Marvin.Crime and delinquency, 20e jrg., nr. 3, juli 1974,blz. 297-301 (USA.).

In dit artikel bekritiseert de schrijver op eenvermakelijke wijze de opvatting: als alle soortentherapieën en behandelingen van gedetineerdeneen klein beeije effect hebben, dan heeft hetachtereenvolgens toepassen van een grootaantal therapieën erg veel effect. Hij beschrijfteen exepriment waarbij een vrijwilligerachtereenvolgens onderworpen werd aanljfstraffen, een beroepsopleiding, freudiaansepsychotherapie, een groepsdiscussie, reahiteitstherapie en ‘token economy’.De meningen over het resultaat van hetexperiment waren verdeeld. Sommigen achttenhet geslaagd omdat de betrokken vrijwilligevrijwel zeker geen delicten meer zou plegen,anderen waren minder tevreden ondanks deniet ongunstige berichten uit de psychiatrische

inrichting waar de vrijwilliger waarschijnlijk totzijn dood zal vertoeven.

Reclassering

112De macht van de hulpverlening.Proces, S3ejrg., nr. 12, december 1974,blz. 237-243 (N.).

De leden van de sectie werkontwikkeling enonderzoek van de gezamenlijke reclasseringsverenigingen zijn van mening dat er in hetreclasseringswerk een spanningsveld bestaat.Enerzijds is de reclassering een hulpverlenendeinstantie, anderzijds treedt zij op namens dejustitie. Wil zij tussen beide polen optimaalfungeren, dan moet zij bereid zijn een deelvan haar zelfstandigheid te delen met hetstrafrechtelijk systeem, waarvan zij voor hetverkrijgen van cliënten nu eenmaal afhankelijkis. Zijn deze cliënten echter eenmaal binnenhaar bereik, dan kan zij op autonome wijzehulp verlenen, waarbij wel overleg tussenjustitie, reclassering en cliënt noodzakelijk is.Als consequentie van deze autonome maatschappelijke hulpverlening waarbij het strevenerop is gericht de cliënten zo snel mogelijkbuiten het strafrechtssystecm te plaatsen,noemen dc schrijvers onder andere een tegengaan van stigmatisering.

113Haaren, Th.H. van. Problemen in de lieden-daagse strafpieging. II.Proces, S3cjrg., nr. 12, december 1974,blz. 25 7-260 (N.).

Dit artikel bevat de tweede en derde inleidinguit een lezingencyclus, welke onder auspiciënvan het Willem Pompe Instituut in oktober1974 te Utrecht werd georganiseerd. Deeerste spreker constateerde discriminatie bijaangifte en opsporing door de politie. Personenafkomstig uit de lagere sociale klassen hebbenvolgens hem een veel grotere kans met dejustitie in aanraking te komen dan mensen uithogere miieus. Bestaande vooroordelen bij depolitie die zich de misdadiger nu eenmaalvoorstelt als een arbeider en allereerst lii diecategorie dan ook delicten gaat opsporen zijndaar debet aan. De tweede spreekster vroegaandacht voor de stigmatisatie van kinderen diemet de kinderbescherming in aanraking zijngeweest. Juist doordat deze minderjarigen zozeer gediscrimineerd worden in de samenlevingkan men volgens haar niet meer spreken vanhulpverlening. De spreekster meende tenslottedat wij aan deze situatie allen schuldig zijnomdat wij ons niet zodanig inzetten voor dezekinderen en hun ouders dat geen discriminatiemeer optreedt.

82

Page 33: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

114Spek, J. van der. Internationale uitwisseling vanmaatschappelijk werkers in de reclassering.Proces, 53ejrg., nr. 12, december 1974,blz. 251-254 (N.).

Van 17 tot 27juni en van 26 september tot8 oktober van verleden jaar vond eenuitwisseling plaats tussen twintig Engelse entwintig Nederlandse maatschappelijk werkersin de reclassering. Het eerste gedeelte speeldezich af in Cambridge, Londen en verschillendedelen van Zuid-Oost Engeland; het tweede inde volkshogeschool Eerbeek, Amsterdam eneen aantal andere plaatsen in Nederland. Doordeelnemers uit beide groepen werden voordrachten gehouden, men bezocht instituten,gevangenissen en rechtbankzittingen. Bij eenvergelijking tussen de Engelse en Nederlandsereclassering bleek de laatste onder andere meerop cliënt en maatschappij dan op justitiegericht. 0k vonden de Engelse deelnemersde sfeer in de Nederlandse rechtzaalgemoedelijker en minder formeel. Van Nederlandse zijde werd tenslotte geconstateerd datde Engelse wetgeving meer mogelijkhedenbiedt voor alternatieve straffen.

Psychiatrische zorg

115Bachmann, A. Die psychiatrische Beu rteilu ngder Zurechnungsföhigkeit und ihre rechttichenfolgen.Kriminalistik, 28ejrg., nr. 11, november 1974,blz. 511-513 (B.R.D.).

Hier wordt de vraag beantwoord wat degerechtelijke autoriteiten verwachten van deforensisch psychiater wanneer zij aan dezeadvies vragen omtrent een verdachte. Dit isallereerst informatie over de persoonlijkheidvan de dader en de mate waarin de daad hemkan worden toegerekend. Hierbij dient depsychiater te beseffen dat ontoerekeningsvatbaarheid een juridisch en geen medischbegrip is. Verder moet de psychiater in derechtszaal begrijpelijke taal gebruiken. Injuridische vraagstukken dient hij zich niet teverdiepen. De schrijver geeft voorts enigepraktische wenken die de forensisch psychiaterte pas kunnen komen.

116Baer, H. Die psychiatrische Beurteilung derZurechnungsföhigkeit und ihre rechtlichenFolgen.Kriminalistik, 28ejrg., nr. 10, oktober 1974,blz. 465-466 (B.R.D.).

De schrijver bespreekt enkele aspecten van detaak van de forensisch psychiater. Deze heeft

het volgens hem niet altijd even gemakkelijk bijhet uitbrengen van zijn advies aan de rechter.De moderne psychologie immers heeft onsgeleerd hoezeer ons denken en handelenbepaald wordt door factoren als erfelijkheid,opvoeding en milieu. Van wilsvrijheid is daarombij de mens vaak geen sprake, en dus ook nietvan to erekenbaarheid. De beoordeling daarvanhangt af van het persoonlijk inzicht van defor ensisch psychiater.

117Benedetto, A. di. Necessitâ di una psichiatrianet carc ere.Quaderni di criminologia clinica, 16e jrg., nr. 3,juli-september 1974, blz. 343-368 (1.).

Ondanks veranderde opvattingen over doel envorm van het straffen van norm-overtredersblijft er in de samenleving een ambivalentietegenover hen bestaan, die zich ook uit hij detenuitvoerlegging van de straffen. Binnen degesloten strafinrichting blijft het veiigheidsaspect erg belangrijk; in de resultaten van deheropvoeding gelooft men au fond nog niet, endit verhindert weer een juiste therapeutischebenadering. De klassieke psychiatrie heeft teweinig oog voor het feit dat geen enkel individuwerkelijk op zichzelf staat, dat iedere mens inhet milieu of de diverse miieus waarin hijverkeert één of meer rollen speelt, en door zijnomgeving ook een bepaalde rol krijgt opgedrukt.Er is altijd sprake van interactie en reactie, endaarmee ook van conflicten en identiteitscrises.De behandeling van gedetineerden is er nog teveel uitsluitend op gericht dat zij zichaanpassen, aan de inrichting en later aan demaatschappij. Daardoor krijgen zij vaak eenvalse identiteit, terwijl verantwoordelijkhedenhun worden onthouden en ontnomen. Detherapie moet gericht zijn op de relaties tussende mensen, op de onderlinge verhoudingen, endaarbij moeten ook die binnen de gevangenister discussie worden gesteld: tussen deverschillende categorieën mensen die daar zittenof rondlopen bestaan immers ook allerleiverhoudingen en spanningen. De gedetineerdendienen bij deze discussie actief te wordenbetrokken zodat zij zich ook actief kunnenrehabiiteren. De gevangenispsychiater moethiervan goed doordrongen zijn. Voor eendergelijke therapeutische gtmeenschap’ bestaatgeen model, de psychiater moet hem zelf(helpen) scheppen, en dat is geen eenvoudigeopgave.Met lïteratuuropgave.

118Hoekstra, R.C. De onschuÏdwaan in de(forensische) psychiatrie.Tijdschrift voor psychiatrie, 16e jrg., nr. 11-12,november/december 1974, blz. 701-706 (N.).

De schrijver die als zenuwarts verbonden is aande S. van Mesdagkliniek te Groningen, behandelt

83

Page 34: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

hier de onschuidwaan in de forensischepsychiatrie. Hij wijt deze waan voornamelijk aaneen ik-zwakte van de persoonlijkheid. Dedesbetreffende delinquent kan het niet verdragendat juist hij een ernstig misdrijf begaan heeft ende loochening van zijn daad is dan zijn psychischafweermechanisme. Behandeling van zulk eenwaan is in een vroeg stadium gewenst, vooralmet het oog op preventie, daar anders recidivebijna zeker is.Met literatuuropgave.

119Kwast, S. van der. De psychiatrische prognosevan criminaliteit.Nederlands tijdschrift voor criminologie,l6ejrg., nr. 6, december 1974, blz. 266-271.

Hier wordt het advies van de forensischpsychiater aan de rechter omtrent het opleggenof verlengen van deT.B.R. aan een kritischebeschouwing onderworpen. De schrijver meentdat de prognose die wordt gesteld omtrent deeventuele gevaarlijkheid van de delhiquent,weinig wetenschappelijk gefundeerd is. Depsychiater neemt te zeer de door de patiënt inhet verleden gepleegde criminaliteit alsindicator voor in de toekomst te verwachtenmisdadigheid en gaat teveel af op zijn intuïtie.Wanneer hij zich op zijn ervaring beroept, moetmen ook daar sceptisch tegenover staan,aangezien deze ervaring minder is dan men doetvoorkomen. Tenslotte signaleert de schrijver datslechts weinig wetenschappelijk onderzoek isverricht naar de prognose van criminaliteit enwijt hij dit aan weerstand bij de psychiaterszelf.Met literatuuropgave.

120Tiedeman, H.J. Een andere wijze van omgaanmet T.B.R.-gestelden.Nederlands tij dschrift voor criminologie,l6ejrg., nr. 6, december 1974, blz. 256-265.

In de Pompekliniek te Nijmegen ontwikkeldemen een nieuwe visie op de behandeling vanT.B.R.-gestelden. Aanpassing van deze mensenaan de maatschappelijke normen stond nietmeer voorop. Daarentegen probeerde de staf depatiënten te aanvaarden zoals zij waren enwerd getracht om met de bewoners van deinrichting een samenleving te vormen diegekenmerkt werd door persoonlijke emotionelebetrokkenheid op elkaar. De consequentieshiervan waren dat de stafleden bij dit informeleen op intermenseljke relaties gebaseerdecontact met de patiënten zich niet meerkonden verschuilen achter de hiërarchischestructuren die alleen nog maar formeel in tactbleven.Ook T.B.R.-gestelden zelf ondervondenonzekerheid nu van hen werd gevraagd zichzelfbloot te geven. Toen de buitenwereld uit vreesvoor haar veiligheid deze nieuwe aanpak van

psychisch gestoorde delinquenten niet bleek teaanvaarden ontstond een crisissituatie in dekliniek, omdat de stafleden onderling oneensbleken over de nieuw te vormen structuren endeze tegenstellingen werden vergroot.Tenslotte stelt de schrijver de vraag naar denoodzaak van het handhaven van een minimumaantal regels in een inrichting voor mensen dieafwijken en meent Isij dat de samenleving gezienhaar reactie het antwoord daarop wel weet.

121Vossen, R., en K. Ernst. Beurtellung derZurechnu ngsföhigkeit tuid Empfehlung vonMassnah men in 103 strafrec’htlichen Gutachten.Kriminalistik, 28ejrg., nr. 10, oktober 1974,blz. 467-468 (B.R.D.).

Hier wordt een overzicht gegeven van forensischpsychiatrische adviezen die in de jaren 1971 toten met 1973 aan de rechter zijn uitgebrachtdoor de psychiatrische universiteitsidiniek teZürich. Hoewel bijna alle patiënten geheel ofgedeeltelijk ontoerekeningsvatbaar ten tijde vanhet begaan van hun daad werden verklaard,werden opvallend weinig maatregelen aanbevolen.Volgens dc schrijver is dit onder andere te wijtenaan het feit dat Zwitserland weinig praktischemogelijkheden kent voot de opvang vanpsychisch gestoorde delinquenten.

Kinderbescherming

122Kaaren, Tls.H. van. De zaak Julius van der WerfProces, S3ejrg., nr. 12, december 1974,blz. 244-25 1 (N.).

Hier wordt een uitvoerig uittreksel gepubliceerdvan het vonnis van de Leeuwarder rechtbank,die in oktober 1974 Julius van der Werf ontsloegvan rechtsvervolging. Deze medewerker vanPro Juventute was voor de rechter gedaagdwegens liet voor de politie verbergen van tweevan huis weggelopen minderjarige meisjes. Deschrijver van dit uittreksel aclst het vonnisdaarom zo belangrijk omdat in de motivering dedeskundigheid van een gediplomeerd maatschappelijk werker bij de beoordeling van desituatie en gemoedstoestand van weggelopenminderjarigen wordt erkend. Tevens heeftvolgens hem de rechter duidelijk gestehl, dateventueel wederrechteljk handelen bij de hulpaan minderjarigen afhankelijk is van de aard enwijze van hulpverlening en van de leeftijd vande hutpzoekende minderjarige.

123Jansen, 1. De straf van arrest.Nederlands juristenblad, 49e jrg., nr. 39,november 1974, blz. 124 1-1252.

Sinds de invoering van de nieuwe kioderstraf

84

Page 35: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

wetten in 1965 kent ois recht een kortevrijheidsstraf voor strafrechtelijk minderjarigen.Dit is de straf van arrest, waarvan de duurtenminste vier uur en ten hoogste veertien dagenbedraagt. In dit artikel wordt beschreven inwelke gevallen en door welke rechter deze strafkan worden opgelegd en hoe zij met anderekinderstraffen — en maatregelen kan wordengecombineerd. Ook kan deze sanctie voorwaardelijk worden toegepast en is voorwaardelijkeinvrijheidstelling mogelijk. De schrijver zet voortsde wettelijke regelingen omtrent de tenuitvoerlegging van het arrest uiteen en geeft tenslotteeen overzicht van haar toepassing in de praktijk.

124Sitbert, J.D., en A. Sussman. Rights ofjuvenilesconfined in training schools.Crime and delinquency, 2ûejrg., nr. 4, oktober1974, blz. 3 73-388 (USA.).

Onder het mom van hulpverlening worden veleduizenden tvezen, weggelopen of delïnquentejongeren van hun vrijheid beroofd. In dit artikelbespreken de schrijvers de rechtspositie vandergelijke jeugdigen. Uitgangspunt is deconstatering dat zij tenminste dezelfde rechtenzouden moeten hebben als volwassenen en alsniet ingesloten jeugdigen, met als enigebeperkingen die welke voor de behandelingabsoluut noodzakelijk zijn. De auteurs bestedenaandacht aan o.a. het recht de juistheid van deinsluiting te betwisten, het recht op juridischebijstand etc. Ook zouden deze jeugdigen hetreclst moeten hebben een behandeling teweigeren.Met literatuuropgave.

125Veer, M. A. A. van der. Hulpverlening aansveggelopen jongeren in een krisiscentmim.Maandblad geestelijke volksgezondheid,29ejrg., nr. 11, november 1974, blz. 518-528(N.).

De schrijver geeft een indruk van de hulpverlening in een crisiscentrum voor weggelopenjongeren. Het is belangrijk deze kinderen, dievaak uit een autoritair milieu komen waaralles voor hen is bedisseld, zelfstandigheid te leren.In liet Centrum 5 hiertoe de gelegenheid. Doorin groepsverband te leven leren zij tevensrelaties aan te gaan en met anderen rekeningte houden. Een belangrijk onderdeel van hunpersoonljkheîdsvorming is de begeleiding doorde groepsleider, waarvan de praktijk in hetartikel nader wordt uiteengezet.Met literatuuropgave.

Politie

126Ooijen, D. van. Criminele politiek en politie.Het tijdschrift voor de politie, 36e jrg., nr. 12,december 1974, blz. 403 -409 (N.).

De schrijver is met Hoefnagels van mening datmen onder criminele politiek liet beleid totpreventie van criminaliteit dient te verstaan.Hij is van oordeel dat een dergelijk beleid doorde politie in de praktijk wordt gevoerd. Ditgeschiedt niet alleen door de politie in haargeheel, maar ook door de individuelepolitieambtenaar die misschien niet juridisch,maar wel feitelijk een ruime discretionafrebevoegdheid bezit ten aanzien van hetsepotbeleid. Ook in abnormale omstandigheden,zoals bij onlusten en rellen, voert de politie eencriminele politiek. De schrijver vraagttenslotte aandacht voor de politie alsadviserend orgaan van het bestuur en meentdat liet aandeel van de politie in criminelebeleidszaken zal toenemen.Met literatuuropgave.

127Treger, H., D. Thomson en G.S. Jaeck.A police-social work team model. Somepreliminary findings and implications forsystem change.Crime and delinquency, 20ejrg., nr. 3,juti1974, blz. 28 1-290 (U.S.A.).

In twee steden in ilhinois werd in de periodejuni 1970—juni 1973 een experiment verricht,waarbij politie, justitie en maatschappelijkwerkers samenwerkten. Aan personen enfamiies die met politie ofjustitie in aanrakingkwamen werd hulp geboden.Doel van het onderzoek was aan te tonen dateen snelle beoordeling van de situatie van dedelinquent en snelle hulpverlening lietstrafrechtelijk apparaat in belangrijke matekan ontlasten.Het bleek dat voor veel mensen die met politieof justitie in contact komen hulp van maatschappelijk werkers zinvol is. Verder bleek datde houding van de politie tegenover de maatschappeljk werkers en omgekeerd in positievezin veranderde.

128Wijst, B. M. van der. Jeugdcriminaliteit en watdoen wij ermee?Algemeen politieblad, l23ejrg., nr. 26,december 1974, bis. 647-649 (N.).

In dit artikel wijst de schrijfster emotionelestoringen als oorzaak aan van het begaan vanstrafbare handelingen door kinderen. Zijmeent dat van een professionele aanpak, diedergelijke kinderen juist nodig hebben, bij de

85

Page 36: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

politie geen sprake is. Daarom doet zij enkelevoorstellen om politieambtenaren een cursusvoor kinderzaken te laten volgen.Met literatuuropgave.

Drugs

129Gay, G. R., en D. E. Smith. Development ofdrug patterns and treatment techniques in afree clinic.The journal of social issues, 3Oe jrg., nr. 1,1974, blz. 127-142 (U.S.A.).

Te San Francisco bevindt zich een ziekenhuiswaar jonge mensen die moeilijkheden hebbenmet drugs voor gratis behandeling terechtkunnen. De auteurs beschrijven de verschillendestadia die zij onderkennen in liet druggebruikvan deze jeugdigen. Het valt daarbij op datvooral door de omgeving, zoals bijvoorbeeldklasgenoten, pressie wordt uitgeoefend opjongeren om drugs te gebruiken. In het artikelworden voorts aanwijzingen gegeven hoc menals arts moet handelen in geval men eenpatiënt aantreft die een overdosis van dezemiddelen heeft genomen. Hierbij is hetbelangrijk dat de patiënt met kalmte en begriptegemoet wordt getreden en men de nazorgniet uit het oog verliest.Met literatuuropgave.

130Nail, R.L., E. Gunderson en R.J. Arthur.Black-wh ite differences in social backgroundand military drug abuse patterns.The American journal of psychiatry, 131e jrg.,nr. 10, oktober 1974, blz. 1097-1102.

De schrijvers verrichtten een onderzoek naardruggebruik onder de leden van de Amerikaansemarine. Als proefpersonen namen zij 833militairen die van juli 1971 tot oktober 1972in een opvangcentrum voor druggebruikersin Miramar, Californië verbleven. Negenenzestig van hen waren zwart en 764 blank. Degemiddelde leeftijd bedroeg twintig toteenentwintig jaar. Het bleek dat de negerszich op school beter hadden aangepast, minderdelinquent waren en betere relaties met hunouders onderhielden dan de blanken. Wèlgebruikten zwarten meer heroïne. Daartegenover echter stond dat zij minder hallucinogenennamen. De auteurs verklaren liet verschil indruggebmîk tussen beide etnische groependoor te wijzen op culturele achtergronden.Voor de blanken is druggebruik een nieuwevorm van afwijkend gedrag, terwijl de negersdaarmee reeds lang bekend zijn.Met literatuuropgave.

86

Page 37: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

Boekwerken

Over de adressen der bibliotheken waarbij de genoemde publikaties ter inzage kunnenworden gevraagd, kunnen inlichtingen worden ingewonnen bij het Wetenschappelijkonderzoek- en documentatiecentrum, Laan Copes van Cattenburch 62, ‘s-Gravenhage,tel. 614311, toestel 437.

Agressie en maatschappij; met medewerking vanM. Jacobs, R.f. Beerling, S.J. Steenstra et al.Amsterdam, van Rossen, 1973.Psychiatrisch juridisch gezelschap.

An tilla, 1. Gurrent Sea ndinavian crim inologyand crime control.Helsinki, Research institute of legal policy,1974.

Balir, H. M. Skid row; an introduction todisaffiiation.London, Oxford university press, 1973.

Bowers, W.J. Executions in America: with theassjstance of A. Carr and G. L. Pierce.Toronto enz., Lexington Books, 1974.

Délits et sanctions dans les sociétés, 2e éd.;par A. Touffait; avec le concours de J. Robin,A. Audureau et J. Lacoste; avant-propos parM. Rousselet.Paris, Sirey, 1973.

Davies, M., and A. Knopf. Social requiryreports and the probation service.London, HMSO, 1973.Home office research studies, 18.

Deviance; the interactionist perspective; textand readings in the sociology of deviance;2nd ed.; cd. by E. Rubington and M.S. WeinberNetv York enz., Macmillan, 1973.

Discrimination and the addict; notes toward ageneral theory of addict rehabiitation; ed. withan introd. by L.R. Simmons, and M.B. Gold.London, Sage publications, 1973.International yearbooks of drug addiction andsociety, 1.

Economic crisis and crime; interim report andmaterials.Rome, United nations social defense researchinstitute, 1974.

Enschedé, Ch.J., en A.H.J. Swart. Internationastrafrecht.Amsterdam, University press Amsterdam, ca.1973.Cahiers Seminarium ‘Van Hamel’, 11.

frankel, M. E. Criminal sentences; law withoutorder.New York, Hill and Wang, 1973.

Goldfarb, R.L., and L.R. Singer. Afterconviction; a review of the Amerïcan correctionsystem.New York, Simon and Schuster, 1973.

87

Page 38: lustitiele verkenningen - WODC tekst_tcm28-232308.… · verdachten. In 1970 werden in Allegheny County ongeveer 3800 personen voor een bepaalde tijd in hechtenis genomen en 9000

Harries, K. D. The geography of crime andlust ice.New York enz., McGraw-Hil, 1974.McGraw-Hil problems series in geography.

Heffing, De, als instrument i de iniieuwetgering; 2e di.‘s-Gravenhage, Verbond van Nederlandseondernemingen, 1974.

Hulp en recht; en nu verder; uitg. van deKommissie 1972 van de sektie Kinderrechtspraak van de Nederlandse vereniging voorrechtspraak en de sektie Gezinsvoogdij van deNationale federatie voor kinderbescherming.‘s-Gravenhage, 1973.

Instellingen die hulp kunnen verlenen op hetgebied van alcohol en drugs.z.pt., z.uitg., ca. 1974.

Kriminalitatsvorbeugung und Bekömpfung imBetrieb; unter Leitung von W. Orschekowski.Berlin. Staatsverlag der Deutschen Demokratischen Republik, 1974.

Leppa, S. Katsaus ryöstörikollimuudenkehitykseen Helsingissö V 1963-1973.Helsinki, Oikeuspoliittisen tutkimuslaitoksenJulkaisuja 2, 1974.English summary: A review of robberies inHelsinki in 1963-1973.

Leuw, E. Effect — evaluatie drugsi’oorlichtingEnsch edé.Amsterdam, Stichting voor a]kohol- en drugs-onderzoek, 1974.

Manufacture, The, of news; social problems,deviance and the mass media; cd. by S. Cohenand J. Young.London, Constable, 1973.Communication and society -

Methods of evaluation and planning in the fieldof crirne; first criminological colloquium,Strasbourg, 28-30 November 1973.Strasbourg, Council of Europe, 1974.Franse uitgave: Méthodes d’évaiuation et deplanification dans le domaine de la criminalité.

Organisation der öffentlichen ]ugendhilfe;Strkung der Rechtsstellung des jungenMenschen; 2. Internationales Expertengesprichzur Jugendhilfe in Bern, 15-19 .10 1973; untermitarb. von F. Certain, G. Delfos, W. Türscherl,M. Rood-de Boer et al.Bonn, Arbeitsgemeinschaft für Jugendhilfe,1974.AGJ-Mitteilungen, (1974) 69.

Paalova, A. Tietoja oikeuspoliittisistato tkimuksista 1974.Helsinki, Oikeuspotiittisen Tutkimuslaitoksenjulkaisuja, 1974.English summary: A survey of legal policyresearch in progress in Finland, 1974.

Paton, W.D.M. The uses and implications ofthe tog-normal distribu tio n of drug use.London, Third international cannabisconference, 1974.

Persbulletin; embargo tot 15 november 1974,17.00 uur; toelichting op de bundel opstellen‘kindermishandeling’, samengest. doorM.K. Sint-van den Heuvel en JE. EvertsGoddard.‘s-Gravenhage, Vereniging tegen kindermishandeling, 1974.Gestencild.

Startnota jeugdwetz tjnsheteid; gemengde interdepartementale werkgroep jeugdwelzijnsbeleid;(voorz. G. Mik).‘s-Gravenhage, Staatsuitgeverij, 1974.

Steyn, J. J.H. The re-direction of criminaljustice — protection through prevention ofcrime and the treatment of offenders.Cape Town, National institute for crimeprevention and rehabiitation of offenders(NICRO), 1973.Leopold Greenberg memorial lecture.

Straf- und Massregelvollzug; Situatioli undReforin, Krim inologie u nd Kri,ninalistik;Bericht über die XVII. Tagung der GeseilschaftfOr die gesamte Kriminologie vom 5. bis7.10.1 973 in Bad Nauheim.Stuttgart, Ferdinand Enke Verlag, 1974.Kriminologische Gegentvartsfragen, 11.

Stra fm ündigkeit ; jurist isch e, jugendpsychiatrisch eund theologische Aspekte; Beitrtige zumSymposion der Deutschen Vereinigung fürKinder- und Jugendpsychiatrie am 16./17. Juni1972 auf den Jugendhof Rheinland inKönigswinter von F. Böckle, D. Bürgin,G. Hardtmann et al. hrsg. von G. Nissen undH. Schmitz.Neuwied cnz., Luchterhand, 1973.Luch terhand-Arbeitsrn ittel für Erziehungswissenschaft und Praxis, Sonderschriften.

Tilanus, C.P.G., en T. Smiet. Proces-evaluatie,drugvoorlich ting Ensch edé.Utrecht, Nederlandse stichting voor gezondheids-voorlichting en opvoeding, 1974.

Vrijwilliger, De, in de sociale dienstverlening;rapport van een Commissie, ingesteld doorThe National instititute for social work training;(voorz. G.M. Aves); vert. door W.P. van Toom.Amsterdam, Wetenschappelijke uitgeverij, 1973.Oorspr. titel: The volontary worker in thesocial services.

Wartburg, W.P. von. Drogenmissbrauch undGesetzgeber; Mcthodîk und Möglichkeiten eineroptimalen Kontrolle des Missbrauchs vonDrogen und Arzneimitteln.Basel enz., Birkhiiuser Verlag, 1974.

88